Lieve lezers,
Wat een bijzonder gebeuren, dit allerlaatste voorwoord schrijven! Omdat ik meerdere thema’s aansnijd, heb ik het in enkele rubriekjes onderverdeeld.
Het lichaam als raadgever
Ik beleefde geen gemakkelijke winter. Drie jaar lang was ik coronavrij. En begin februari kreeg het virus mij dan toch te pakken. Ik was goed ziek. Daarnaast kwam, net toen ik begon te herstellen, simpelweg door een ongelukkige beweging, een wervel-indeukingsfractuur. Dat is een pijnlijke kwestie. En onderzoek nadien wees op ernstige osteoporose.
Broze botten… Het ging gepaard met een psychische broosheid die zich reeds een tijd geleden zachtjes aandiende, maar zich nu naar de voorgrond drong. Voor het minste werd ik emotioneel. Oude pijnen en inspanningen vroegen om aandacht. De tranen kwamen. Ik heette ze welkom.
De gedrevenheid en bewogenheid die mij de voorbije 30 jaar hadden geleid, maakten nu plaats voor een grote gevoeligheid.
Natuurlijk zijn gedrevenheid en gevoeligheid geen tegenstellingen. Integendeel zelfs. Precies uit het bestaansrecht geven aan je gevoelens en de overgave eraan, ontstaan dynamiek en creativiteit.
Toch kan de klemtoon veranderen. Er zijn periodes waarin je veel stilte en bezinning nodig hebt, en andere waarin je graag tot actie overgaat. Als ik terugblik op mijn leven, dan zijn mijn dertiger jaren, de jaren waarin de meeste mensen heel veel op hun bord hebben en actief zijn, jaren van inkeer geweest. Het was passend om toen dicht bij mijn kinderen en daarbij horend dicht bij mezelf te zijn. Deze inkeer bracht mij bij dat wat mijn hart vroeg. Het werd de springplank voor mijn werk als therapeut tijdens mijn veertiger jaren. En die jaren werden dan weer de voedingsbodem voor La Verna toen ik vijftig werd.