Lieve lezers,

Deze zomer werd ik 69 jaar. Dit getal heeft iets magisch. Kijk naar de cijfers. Als je ze omdraait heb je hetzelfde getal. De afbeelding van het cijfer doet me ook denken aan het yin-yang-teken. Mannelijk, vrouwelijk, ze horen samen. Het cijfer draagt iets van vervulling in zich… De eindigheid en de oneindigheid ontmoeten elkaar en vloeien in elkaar over. Zo voel ik het.

De eindigheid komt dichterbij. Het lichaam is toe aan ‘verval’. Dat woord roept bij sommigen misschien weerstand op, maar ikzelf vind het gewoon realistisch. Ik ben in een oudere levensfase aangekomen en dat is fysiek voelbaar. Ook psychisch ben ik op een aantal gebieden kwetsbaarder. Zo kan ik mij in het verkeer plots heel onzeker voelen.
Wie we zijn en alles wat in ons leven gebeurt is gebonden aan de wetten van ruimte en tijd, en niemand ontsnapt eraan. Een belangrijke levenswet is dat alles wat eens is ontstaan, ook eens vergaat. Alles wat geboren wordt moet sterven. En gelukkig maar. In de vergankelijkheid zit de kiem van het nieuwe. In het sterven zit nieuw leven.

Daarnaast is er ook een werkelijkheid die niet vergaat. Wie we zijn en alles wat bestaat is opgenomen in een grotere werkelijkheid die ruimte en tijd overstijgt. Zo voel ik in mij een kracht die doorheen mijn leven vitaal blijft, misschien zelfs vitaler dan toen ik jong was. Vitaler omdat ze vrijer is geworden, minder bepaald wordt door de omstandigheden. In die zin verjongen we ook met ouder worden. Komen we terug naar de zijnsstaat van het kind, ontvankelijk voor het volle leven, maar nu met het bewustzijn van de volwassene. De dood is dan geen eindpunt maar eerder een overgang naar een andere werkelijkheid. 
En niet alleen de dood. Elk verlies en alles wat wordt losgelaten omdat het je niet langer dient (een gevoel, een verlangen, een gehechtheid, …) geeft bevrijding en geeft je de kans te evolueren.

Toen we thuiskwamen van vakantie bleek dat inbrekers ons huis grondig overhoop gehaald hadden. In verhouding tot de schade en de chaos die ze in ons huis aanrichtten, hebben ze maar weinig meegenomen. Er was blijkbaar niet zo veel dat hun interesse wekte. Maar mijn verlovingsring was er wel bij. En ja, ik zal die ring missen. Maar is dat erg? Neen. Ik kan leven met gemis. Het riep vooral de warme herinnering op aan de zorg en liefde waarmee Peter en ik die ring hadden gekozen. 

Zo is het niet alleen met materie. Het is ook met mensen zo. Mensen die voor mij iets betekend hebben, blijven die betekenis houden, ook na hun dood. In het gemis zit de verbinding.
En zelfs als het gemis er niet meer is (want ook dat kan voorbij gaan, en dat is soms nog moeilijker te aanvaarden), dan nog is wat of wie je ooit raakte opgenomen in je zijn én in het grote zijn.

Ik las deze vakantie het boek ‘De Heelkamers’ van Thea Terlouw, ter voorbereiding van de dagen in Savita met als thema ‘Leren sterven om voller te leven’.
Het is een boek van hoop. Er moet geen angst zijn voor de dood omdat iedereen na de overgang liefdevol wordt begeleid en geheeld. Er is geen oordeel, enkel een zien wat is, en een verdere begeleiding naar meer liefde.
Dit boek deed me denken aan de boeken van Jozef Rulof (Nederlander, medium, schrijver, schilder, 1898 – 1952). Ongeveer 25 jaar geleden las ik enkele boeken van hem, o.a. ‘De kringloop van de ziel’. Zijn boeken fascineerden mij enorm. Ik voelde er zo’n liefdeskracht in. Jozef Rulof wees erop dat we een eeuwige ziel bezitten die langer leeft dan enkel tijdens dit aardse leven. Onze ziel heeft reeds heel wat meegemaakt voor we ter wereld kwamen en zal doorheen verschillende incarnaties verder evolueren.
Rulof wijst op het belang van het ontwaken van het kosmisch liefdesbewustzijn dat in staat is ons op een dieper niveau te helen. 

Deze boodschap resoneerde erg met mijn ziel. Er wacht ons een wereld van liefde.
De boodschap van Thea Terlouw en Jozef Rulof is dezelfde. De Aarde wordt een lichtwereld. De lichtkrachten vanuit de geestelijke wereld helpen ons op weg daar naartoe.

Die boodschap is herkenbaar. Veel wantoestanden die reeds lang bestonden, zowel maatschappelijk als persoonlijk, komen nu in het licht en dus in de openbaarheid (worden open gebaard). Precies daardoor is heling mogelijk. Ook in ons eigen leven is het zo. Als we onze schaduw, dat wat we meegemaakt of veroorzaakt hebben aan verdriet, pijn of miskenning, onder ogen durven zien, kunnen we helen en afscheid nemen van wat ons niet meer dient (bv. slachtofferschap of zelfveroordeling). Zo kunnen we ons meer en meer afstemmen op wat we in wezen zijn: licht en liefde.

De weg naar meer bewustzijn, naar meer licht, leeft bij velen. Meer en meer mensen worden geraakt door een spiritualiteit die niet langer gebonden is aan een godsdienst (hoewel een godsdienst wel een manier kan zijn om ermee in verbinding te komen), maar die gebaseerd is op universele liefde.

In warme verbondenheid,
Kristin Vanschoubroek