Myriam Vuylsteke
Viering 19 februari 2017

Jan De Bruyckere introduceerde mij bij La Verna. Ik voelde onmiddellijk een verbinding met Kristin en Chantal, kon mij goed vinden in het gebeuren van een viering en in de hele werking. Ik voelde me door Kristin gezien hoe ik in wezen bén. De vraag om een viering te verzorgen bleef dan ook niet lang uit. Ik kan er alleen maar dankbaar ‘ja’ tegen zeggen.

Ik wil vandaag getuigen van mijn liefde voor het leven. Ik wil het leven blijven omarmen, wat het mij ook brengt. Ik wil in het licht gaan staan, in mijn licht, en dat licht delen met de anderen vanuit pure liefde…
Het leven heeft me gemaakt tot wie ik ben. Reeds als kind voelde ik me anders, onbegrepen. Ik zocht vaak troost in het kijken naar de sterrenhemel vanuit een verlangen de wereld beter te kunnen begrijpen…
Als veertienjarige begon ik te tekenen en schilderen. Wat aanvankelijk een gevecht met materie, techniek, vorm en kleur was, groeide later uit tot pure expressie vanuit buikgevoel.  Het werd een zoeken om de dingen die in mijn leven gebeurden vorm te geven,  te helen, en los te laten.
Ik ging kunst studeren aan het St.-Lukas Instituut in Gent. Dit werd een zoektocht naar mezelf…
Jaren later begon ik les te geven op de Kunstschool te Nyundo in Rwanda, Afrika, het continent waar ik me écht thuis voel, vanwaar ik voel dat ik in wézen afkomstig ben. Ik leefde er met Jeroen, mijn man. Onze dochter Lina werd daar geboren. In 1994 brak de genocide uit in Rwanda. Eén miljoen Tutsi’s werden vermoord. Wij werden geëvacueerd. Gevoelens van pijn en verwarring kwamen boven. We moesten afscheid nemen.
Terug in België was het moeilijk om mezelf en om ons gezin in de westerse context in te passen. Ik vond verwerking en heling in de kunst,  o.a. in de installatie ‘Rwanda, my first love’.

Enkele Jaren later verliet mijn man mij voor een andere vrouw. Mijn wereld stortte in. Meditatie en yoga hielpen me deze zware beproeving te doorstaan en te doorleven. Toch had ik nog niet de wijsheid en de kracht om dit proces van scheiden in schoonheid te gaan. Gevoelens van verlatenheid, jaloezie, woede en pijn speelden mij parten.

Er was ook Luc. Luc kwam al vroeg op mijn pad. Ik ontmoette hem voor het eerst op een kunstroute, waar hij exposeerde. Ik was toen nog gelukkig getrouwd. Die eerste keer, toen ik in zijn helderblauwe ogen keek, deed die kracht en die energie mij als het ware achteruit deinzen. Ik had zijn ziel gezien. Ik wist dat ik deze man als kunstenaar nog zou leren kennen. Dat we partners zouden worden, vermoedde ik toen nog niet.

Luc had het leven in al zijn facetten meegemaakt. Als 25 jarige werd hij ziek, hij belandde in een coma, hij werd nierdialyse patiënt, een transplantatie mislukte… Het waren jaren van ‘struggle’, pijn en verzet. Om te kunnen overleven moest hij 3 maal in de week aan een machine gaan liggen, wat gelijk staat met 8 uren zware fysieke arbeid.
Later kwam hij tot volledige acceptatie en wijsheid. Het was in die periode dat ik hem leerde kennen. We waren zielsverwanten in de kunst, in het léven, in ons héle zijn. Hij wandelde naast mij. Hij steunde mij als moeder in het omgaan met mijn twee pubers. Hij was gek op kinderen. Het leven had er hem geen gegeven.

Ik volgde een 5 jarige yoga opleiding, niet met de bedoeling om yogales te geven, maar eerder om mijzelf spiritueel te ontwikkelen. Ik droomde er al lang van om zelf een meditatie groepje op te starten. Ik maakte mijn eindwerk over ‘loslaten’, en werkte daar een zomer lang intens aan. Iets in mij wist dat Luc niet oud zou worden, de jaren dialyse vergden veel van zijn lichaam. Ik wist dat ik deze gedachte toe te laten had.
We woonden intussen samen. Onze liefde voor elkaar groeide. Ik groeide ook als persoon. Luc stond zo mooi in het leven. Hij kon echt in het nu leven en genieten van het moment. Hij strooide zijn liefde voor iedereen in het rond, zomaar…

Op 6 december 2013 werd Luc geopereerd van een obstructie aan de dikke darm. Eén week later luidde het verdict: darmkanker, volledig uitgezaaid tot in de lever. Er was geen chemo mogelijk want de afvalstoffen van chemo worden door de nieren afgebroken.
Diep verdriet en angst troffen ons. Luc was met zijn 46 jaar nog lang niet klaar om te sterven, en ik was niet bereid om mijn grote liefde af te staan.
Luc wou zo vlug mogelijk naar huis, bij ons in Zomergem. De dokters gaven hem nog 6 maanden. Het werden er 8. Het waren maanden van veel huilen, van wanhoop, verwarring, angst en pijn. Maar ook van veel lachen, troosten, liefhebben en intens samen zijn. Al snel kwam er in Luc een serene stilte en een aanvaarding.
We lieten ons begeleiden door Johan De Backer, mijn yogaleraar. Hij begeleidde ons als koppel om waardig afscheid van elkaar te nemen. Hij begeleidde Luc om zijn dood spiritueel tegemoet te gaan. En hij begeleidde mij in mijn rouwproces erna…

Alles ontrolde zich als een film. Ik ging parttime werken en concentreerde mij op de zorg voor Luc. Ik ging dagelijks een half uur wandelen aan de vaart, om te aarden en tot mezelf te komen. Ik mediteerde elke morgen en deed herhaaldelijk de zonnegroet om in mijn kracht te kunnen staan. Ook mijn kinderen hadden in dit proces veel aandacht en liefde nodig. De liefde in huis voor elkaar was zo voelbaar, zo groot en troostend. Luc ging zijn weg dapper, en kloeg bijna nooit. Ik zag en voelde zijn pijn. Door de hoge dosis cortisone om ontstekingen en koorts tegen te gaan, kreeg hij spieratrofie. Na een eerste val liep hij met één kruk. Na een tweede val kon hij niet meer stappen en kwam hij in een rolstoel terecht. Speciaal vervoer bracht hem 3 keer per week naar de dialyse, die hoe langer hoe vermoeiender werd.

18 mei 2014. Dat was een datum waar Luc naartoe leefde. Het was de dag van de opening van de zomerexpositie in de Verbeke Foundation te Kemzeke bij St.-Niklaas. Enkele van zijn kunstwerken waren daar te zien.
En nadien wou hij nog zo graag zijn verjaardag meemaken, op 16 juli. De kracht van de wil is groot.
Na zijn verjaardag ging het heel snel. Ik smeekte de krachten van hierboven om zijn lijden te laten stoppen. Compleet verzwakt keerde Luc zijn aandacht naar binnen. De papieren voor een eventuele euthanasie waren al een hele tijd in orde, maar Luc koos er uiteindelijk voor om geen euthanasie te laten uitvoeren. Er was ook geen plaats op de palliatieve afdeling van St.-Lukas. Hij wou er graag verblijven.  Dus is Luc thuis gebleven tot op het einde. Dit was een cadeau voor hem en voor ons.

Vier dagen later, 20 juli: de leverinfectie maakte Luc blind. Hij lag in foetushouding in bed. Pablo, mijn zoon, en ik sliepen ’s nachts afwisselend naast hem. Luc was thuis, in liefde ingebed, ook door zijn ouders, zijn zus en zijn broer, en zijn metekind Margaux. Ook  door mijn familie en enkele vrienden. Ze kwamen waardig afscheid van hem nemen, zoveel mogelijk in stilte, zoals ik het gevraagd had, met enkele liefdevolle aanrakingen, enkele woorden in zijn oor fluisterend.
21 juli: de avond van zijn sterven. Ik was even boven gaan rusten. Ik had nog in zijn oor gezegd dat hij niet mocht vertrekken zonder dat ik afscheid van hem kon nemen. De kinderen zaten bij hem en hielden zijn hand vast. Lina kwam mij plots halen: ‘Mama, snel, Luc is zo onrustig. Misschien is dit het einde’.
Toen ik beneden kwam voelde Luc mijn aanwezigheid. Hij deed zijn ogen open. Ze waren helderblauw en wit, zo’n wonder want zijn ogen waren de laatste dagen halfdicht en geel doorlopen van de leverinfectie. Ik zei zachtjes: ‘Zoetje, zo mooi!’ En het was voorbij…
Luc lag daar met een zalige glimlach op zijn gezicht. Ik was zo gelukkig, eindelijk mocht hij zijn lijf, dat hij al die jaren had verzorgd en meegesleept, te rusten leggen en naar het licht gaan.  Als laatste eerbetoon aan hem, heb ik hem helpen wassen en aankleden. Op een gegeven moment voelde ik zijn ziel uit zijn lichaam gaan, het lege omhulsel, het lijf, dat hem zo lang gediend had en te last was, achterlatend. Zo mooi, ik was zo blij dat zijn lijden eindelijk over was.

Voor een dag van morgen

Wanneer ik morgen doodga,
vertel dan aan de bomen
hoeveel ik van je hield.
Vertel het aan de wind,
die in de bomen klimt
of uit de takken valt,
hoeveel ik van je hield.
Vertel het aan een kind
dat jong genoeg is om het te begrijpen.
Vertel het aan een dier,
misschien alleen door het aan te kijken.
Vertel het aan de huizen van steen,
vertel het aan de stad
hoe lief ik je had.
Maar zeg het aan geen mens,
ze zouden je niet geloven.
Ze zouden niet willen geloven dat
alleen maar een man
alleen maar een vrouw
dat een mens een mens zo liefhad
als ik jou.

Hans Andreus

 We hadden een heel mooie dienst voor Luc, met woorden die recht uit het hart kwamen, met zonnebloemen, zijn warme blik in het groot geprojecteerd. Er was zo’n diep liefde voelbaar…
En nu? Hoe moest ik verder? Het werd een moeilijke opgave. Er waren wanhoop, verdriet, gemis en verlatenheid. Het was alsof de helft van mijn lichaam, van mijn hele zijn, wéggerukt was.
Ik besliste om gedurende lange tijd thuis te blijven en diep te rouwen. Ik huilde zeeën vol,  de tranen bleven komen. Mijn lieve vrienden en vriendinnen omringden mij. Mijn twee schatten Pablo en Lina waakten over hun moeke. Ik hoorde Luc, ik voelde hem nog, ik rook zijn baard, zijn haar… Niets kon me troosten. Ik kon niet alleen zijn… Ik bleef alle dagen wandelen, mediteren, yoga doen, tekenen, collages maken…
In mijn meditaties vroeg ik Luc om steun. Mijn persoonlijke mantra die ik dagelijks herhaalde werd: ‘Luc, geef mij liefde, geef mij kracht, geef mij licht’.  Deze mantra hielp mij op weg. Ik probeerde echt in het NU te leven. Maar ik verzonk toch regelmatig in herinneringen, in het verlangen naar wat was geweest, en vooral ook verlangde ik, over de dood heen, om bij Luc te zijn, bij wie ik hoor, bij wie ik thuis kan komen.

Ik kon wel contact maken met Luc. Een vlinder was al tijdens ons samenzijn ons symbool. Ik herinner me: we zaten achteraan in mijn wilde tuin. Luc stak zijn hand omhoog en ik de mijne, en we wachtten tot een vlinder op zijn hand kwam zitten, of op het mijne. Het was zo wonderlijk mooi. Toen ik de avond na de crematie buiten zat en in tranen de rouwkaarten aan het lezen was, kwam een vlinder rond mij dartelen.
Op een andere keer zat ik bij Magda, een vriendin, in de tuin te schreien en ik zei: ‘Ik trek het niet zonder Luc’ en ineens kwam een vlinder op mijn arm en op mijn hoofd zitten, als om mij te troosten…

Sommige mensen rond me stimuleerden me om het werk snel te hervatten, om terug het gewone leven te hernemen: ‘Myriam, je moet vergeten, het gewone leven weer opnemen’. Ik voelde dat het bewust laten stilvallen van mijn leven “JUIST” was. En ik bleef trouw aan mezelf. Het was een lange weg, met hoogtes en met laagtes. Soms komen die hoogtes en laagtes in golven nog terug…

Na de eerste herfst was ik een beetje triest. De vlinders waren er niet meer. Verlangend keek ik uit naar de lente. Toch hou ik zo van het leven, ik draag de Afrikaanse blijheid, de vreugde van het dansen in mij…

Maanden later kwam er van alles op mijn pad. In Assenede zochten ze een yogaleerkracht. Alles wat het leven me leerde, de schoonheid van de acht jaren met Luc, de liefde die ik in mij heb, kan ik nu in de yoga delen. Yoga is zoveel meer dan houdingen. Het is ademen in het leven, ja zeggen aan alles wat op je pad komt, het leven omarmen en in je licht gaan staan. Ik ben zo dankbaar dat ik dit mag doen.
Intussen geef ik op drie plaatsen yoga en op twee plaatsen meditatie. Er is nog veel dat ik wil leren vanuit de liefde in mijn hart zoals bv. kinderyoga, leren werken met klankschalen, … Ooit ga ik mij inzetten voor palliatieve zorg. Dat voel ik.

We zijn nu tweeënhalf jaar verder na de dood van Luc. Met grote dankbaarheid koester ik de tijd die ik met Luc in liefde mocht samen zijn. Zoals Pablo ooit tegen me zei, Lord Tennyson citerend: ‘It’s better to have loved and lost, than never to have loved at all’. Luc is een groot voorbeeld in mijn leven geweest. Hij is nog steeds aanwezig, overal in én rond mij, hij heeft van mij een beter en een zachter mens gemaakt. Ik prijs me gelukkig dat er zo’n liefdevolle engel is die over mij waakt…

‘It’s better to have loved and lost, than never to have loved at all

Lord Tennyson

Ik ontvang regelmatig een teken van hem. Deze zomer ging ik op 16 juli, ter herdenking van zijn verjaardag, heel bewust op uitstap naar Watou om de kunstroute te bezoeken. Jaren eerder hadden wij daar samen geëxposeerd. Toen ik het plein van het dorp Watou opreed, voelde ik me heel welkom geheten door Luc. Ik was op slag gelukkig, en wist dat de keuze om daar te zijn heel juist was. Toen ik het domein van de Douviehoeve betrad, kwam ik in een andere dimensie terecht. Ik liep langs de mooie vijver, ging de schuur binnen en ik zag Luc daar ineens staan. Ik kon hem aanraken, ik voelde hem, ik hoorde hem… Deze ervaring was nog nooit zo écht, zo lijfelijk voelbaar geweest. Hij was met veel liefde onze ruimtelijke werken aan het ophangen. Ik bleef een hele tijd in de schuur en had veel moeite om tot mezelf te komen. Terug buiten zag ik ons samen zitten praten en lachen terwijl we aan de picknicktafel onze boterhammen op aten. Ik voelde me van binnen beven. Ik leek op een andere planeet te vertoeven, wou alleen maar daar bij hem zijn. Diep ademhalen en een lange tijd in stilte vertoeven, brachten me terug in de gewone tastbare werkelijkheid.
Ik was diep ontroerd door deze ontmoeting. Een pijnlijk gemis en een grote dankbaarheid overvielen mij op hetzelfde moment.

Vorige zomer, op reis in Ethiopië, zat ik op een bootje op een meer, op de terugtocht van een bezoek aan een orthodoxe kerk op een eiland. Ineens was er een heel mooi lichtspel aan de hemel. De zon priemde op een heel speciale manier door de wolken heen, de lichtbundels reikten over het water heen naar mij. Ik voelde Lucs aanwezigheid onmiddellijk. En de engelen, ze toonden mij de weg. Ze bevestigden mij dat het juist is waar ik mee bezig ben, yoga, meditatie, healing. Ik was als verlamd door de schoonheid en de kracht, en was diep ontroerd. Zo dankbaar voor de liefde die mij over de dood heen overal blijft begeleiden. Ik was ook heel dankbaar weer in zwart Afrika te mogen zijn en mij te mogen koesteren in de warmte van de mensen en de natuur.

15 augustus 2017. De dag na mijn thuiskomst van de reis naar Ethiopië ben ik van mijn keldertrap gevallen. Mijn enkel was gebroken met een operatie tot gevolg. Zes weken moest ik met krukken lopen zonder steunen, en nadien volgde een lange revalidatie. Ik moest dringend stilstaan. Halt houden bij mezelf. Voelen. Beter aarden. Soms is het verlangen om bij Luc te zijn groter dan het verlangen hier op aarde te zijn. De eerste weken waren hard. Ik miste de zorgzame liefde van Luc nog meer. Gelukkig ontving ik  veel hulp en liefde van mijn kinderen en vrienden. Nu ben ik een stuk rustiger. Ik kan beter alleen zijn, nog dieper in mijzelf thuiskomen.

Zoals een grote wijze ooit zei: ‘Pijn, verdriet, lijden, gemis, evenals vreugde, geluk, dit alles gaat voorbij’. Het is kwestie van ons te onthechten, onze emoties en gedachten los te laten, we hébben die, we zijn die niet, en in de kracht van onze bron, onze natuurlijke staat van zijn te gaan staan. En het licht, de liefde van bovenuit welkom te heten, te laten stralen, voor mezelf en voor de anderen. Zoals Luc in zijn afscheidsbrief speciaal aan mij zei: ‘Myriam, ik hou je plaatsje naast mij vrij, voor later’. Ik heb hem beloofd, na mijn rouw, het leven in vreugde te blijven omarmen!! Ik ben dan ook niet bang voor de dood, als het zover is, ga ik recht naar Luc, naar het licht…
Namasté, ik dank jullie…