Chloe PiroNovember 2015
Chloë Piro

Tot kort voor de inspiratiedagen in Torhout had ik nog nooit van La Verna gehoord. Of nee, ik lieg! De naam was al wel een paar keer gevallen in gesprekken met mijn vriendin Céline, maar het bleef bij wat ze mij vertelde, ik vroeg niet verder. Het woord ‘La Verna’ ging het ene oor in en het andere uit. Tot een viertal weken voor de aanvang van de inspiratiedagen.
In de kleedkamer van het yogacentrum waar ik les volg, viel mijn oog op een pakje folders van La Verna in iemands tas. Ik wist intuïtief dat ik er eentje moest meenemen, dus deed ik dat maar. Ik had er alle vertrouwen in dat deze tas van mijn vriendin Céline was en dat een van die folders voor mij bestemd was. Toen ze me later die avond opbelde met de boodschap dat ze me iets belangrijks was vergeten mee te geven, kon ik haar lachend geruststellen. Ik had mezelf al bediend met een flyer over de inspiratiedagen.
Daar lag hij dan, op mijn keukentafel. Ik had er eens vluchtig naar gekeken en hem in het zicht laten liggen om deze activiteit niet te vergeten, al diende hij vooral als onderlegger voor mijn koppen thee. Tot ik om persoonlijke redenen twee weken later bij Kristin terechtkwam en zij me aan de komende activiteit in Torhout herinnerde. Omgaan met je kwetsbaarheid… of het niet iets voor mij zou kunnen zijn?
Thuis heb ik de folder afgestoft en door de theekringen heen toch eens aandachtig de korte inhoud van de lezingen en workshops gelezen. Wat ik las, deed me naar de telefoon grijpen en voor ik het wist, had ik de allerlaatste kamer voor de hele periode geboekt. Ik herinner me hoe verrast ik was door het enthousiasme van de medewerkster aan de andere kant van de lijn. Ik had net de reservekamer (mocht een van de sprekers wensen te overnachten) weggekaapt en daar, gezien mijn moeilijke financiële situatie, zelfs een korting op gekregen. Ik voelde me een beetje een indringer. Maar ik was blijkbaar heel welkom. “Eindelijk nog eens iemand jong,” klonk het verheugd, waarmee ik onmiddellijk gewaarschuwd was over de gemiddelde leeftijd van de deelnemers. Maar het kon me niet deren: ik ging ‘op reis’, drie dagen lang! Een innerlijke reis wel te verstaan. Na alle leegte die ik al weken voelde, leek me dat net wat ik nodig had.

“De eerste lezing was geweldig!” Dat vang ik toch op tijdens het avondmaal. Ik kom namelijk pas aan als iedereen zijn avondspaghetti zit te verorberen. Céline geeft een kleine rondleiding. Dat mijn kamer naast die van haar ligt, geeft me een gevoel van veiligheid en verbondenheid.
Mijn instinctieve vastberadenheid stuurt me meteen richting de eerste avondactiviteit: een workshop Biodanza. Geen idee wat dat kan zijn, maar vast iets met dans. En dansen vind ik leuk, maar doe ik niet meer sinds mijn eerste depressie.
Met een klein hartje, deels gesterkt door het besef ‘hier kent mij toch niemand’, geef ik me volledig over aan alle opdrachten. Niet altijd met volle goesting, maar ik doe het wel! Het uit de bol gaan op funkmuziek vind ik heerlijk, maar de zweterige handen van een vreemde moeten vasthouden, geeft me zin om ver weg te lopen. Ik hou er niet van om lichaamscontact te maken met mensen die ik helemaal niet ken. Ze mogen nog zo aangenaam, lief en vriendelijk zijn, dat geeft hen niet het recht in ‘mijn bubbel’ te komen. Gesterkt door mijn innerlijke kracht – wauw, heb ik die nog? – zet ik me ook daar overheen en ik blijf een open hart behouden.
Wanneer er een oefening komt waarbij we in koppels de hand op elkaars hart moeten leggen, zijn ze daar: de tranen rollen een voor een over mijn wangen. Alle pijn die zich de voorbije maanden in mijn hart heeft opgehoopt stroomt eruit. Eindelijk! Toch probeer ik de waterval eerst nog tegen te houden. Mijn kritische stem houdt namelijk niet van tranen, het is een gewoonte geworden om ertegen te vechten. Maar nu mag ik ze laten gaan, wat een opluchting… En wat nog vreemder is: opeens krijg ik knuffels van mensen die ik niet ken. Geen knuffels uit medelijden, maar van die echte ‘het is helemaal niet erg dat je weent, je bent vast een leuk mens’-knuffels! Mijn blik had tijdens eerdere oefeningen al een paar keer die van anderen gekruist en de mensen waar ik toen een connectie mee voelde, staan me nu te knuffelen. Ik vind dit ongelooflijk hartverwarmend!
Dit is ook de aanleiding voor een aantal gesprekken later op de avond met gelijkgestemde zielen over het thema ‘hooggevoeligheid’. Ik ben namelijk al mijn hele leven hoogsensitief, maar ik weet dat nog maar een paar maanden. Blijkbaar ben ik dan toch niet zo abnormaal emotioneel als ik al 29 lentes denk. Wat een opluchting om mijn vragen, angsten en moeilijkheden rond dit thema eindelijk eens te kunnen vergelijken met levensechte situaties van andere mensen.

Om verder te gaan: ik had mezelf die avond dus volledig op de kaart gezet tijdens de dansworkshop. Het gevolg daarvan is heel verrassend. Opeens wil iedereen weten of ik professioneel danseres ben. Helaas is dat een keuze die ik nooit durfde te maken, in tegenstelling tot mijn jongere zus. De lovende woorden over mijn dansmoves kunnen niet op. En alles wat ik voel, is spijt en verdriet over het feit dat dansen geen deel meer uitmaakt van mijn leven. Dit is weer zo een moment waarop ik heel hard wil weglopen. Mijn kamer in, de deur op slot. Gelukkig neemt mijn moed het over. Ik zet thee voor mezelf en blijf praten, tot ver na bedtijd.

Aaah, de wekker om 8 uur, dat is te vroeg! Het ontbijt is voor mij wel de leukste maaltijd van de dag, dus met een goed gevulde maag kruip ik lekker weer mijn bed in. Gezond of niet, ik heb geleerd dat mijn lichaam de waarheid spreekt als het aangeeft dat het wil rusten.
Helemaal uitgerust begin ik aan de namiddaglezing. Heel interessant. Ik zit dus twee uur enthousiast psychologische kennis te absorberen. In de pauze verneem ik echter dat ik een van de weinige mensen ben voor wie het niet te verwarrend was. “Te theoretisch,” hoor ik waaien. Mijn gefrons wordt door Céline uitgelegd met de woorden “Maar ja, dat is omdat gij hoogbegaafd zijt dat gij dat misschien leuk vindt.” Zo had ik het nog niet bekeken. Er komt inderdaad veel theorie aan te pas. Wat krijg ik toch veel stof tot nadenken op deze inspiratiedagen, geweldig!
Na afloop van de lezing ga ik de psychologe persoonlijk bedanken omdat ze haar kennis met ons heeft willen delen. Zo heb ik meteen een excuus om wat vragen te stellen over mijn persoonlijke situatie. Ze reikt me de termen ‘burn-out’, ‘lichamelijke therapie’ en ‘bachbloesemtherapie’ aan. Stilaan begint het begrip ‘INSPIRATIEdagen’ dieper tot me door te dringen…

Tijdens mijn after-dinner thee zie ik wasco’s en kleurpotloden liggen en mijn kinderlijk enthousiasme voor kleurtjes komt meteen bovendrijven. Even later krijgt ‘de volwassen versie van mezelf’ echter de bovenhand. Enige weerzin overmeestert me want ik ben overtuigd van mijn onkunde in tekenen. Mijn composities beperken zich tot stokventjes. Zo van het soort dat je ziet als je een kleuter een stift in zijn handen stopt. Zelfs tekenlessen hebben volgens mij weinig evolutie in mijn tekenstijl teweeggebracht en dat is een tekortkoming die ik tot op heden nog niet heb kunnen aanvaarden.
Ik herinner mezelf aan mijn intentie om me open te blijven stellen en stort me op de wasco’s en het grote blad papier met een cirkel. Ik ben zelf een fan van het verfijndere prutswerk, dus ik verras mezelf door helemaal uit mijn comfortzone te treden. Mijn neiging om ‘een zinnige tekening’ te produceren gooi ik overboord en ik ga voor de aanpak: alle kleuren door elkaar en we zien wel wat er gebeurt. Ja, ik kleur zelfs buiten de lijnen. Letterlijk. Het heeft iets van rebelleren en dat voelt goed!

Als ons daarna wordt gevraagd om in kleine groepjes onze tekening te bespreken, blokkeer ik weer even. Ik zie voor mij een foto van een beige labrador die zijn hoofd een beetje schuin houdt met daaronder de woorden: “I don’t know what I’m doing.” Zo voelde ik me tijdens het tekenen en dat zeg ik ook. Ik krijg een paar rare blikken, of misschien beeld ik me dat maar in.
Vervolgens mogen we ‘onze artistieke creatie’ een naam geven en die delen met de hele groep. Hoewel de tekening aanvoelt als chaos noem ik ze ‘emoties’.
Boem! Het is het startschot voor alweer een heel inspirerend gesprek. Tijdens de zoveelste kop thee die avond (ik hou niet van koffie), tikt een Nederlandse vrouw me op de schouder: dat ik eens met haar man moet gaan praten over mijn tekening. Oké, waarom niet?
Zelden had ik de eer met zo een begaafde man te mogen praten. Hoogbegaafd, dat wordt me wel duidelijk als hij vertelt over zijn studies, onderzoeken, scripties. De ongelooflijke rijkdom aan kennis van deze man geeft me een enorm veilig en geruststellend gevoel. Hij steekt zijn uiteenzetting over mijn kleurrijke kronkels van wal met woorden als ‘ontluiking van iets nieuws’, ‘woede’, ‘verdriet’, ‘veel capaciteiten’. Ik zit kalm mee te knikken, maar inwendig valt mijn mond open van verbazing. Alsof deze man binnenin mij kan kijken en zomaar even alles uitspreekt waar ik al maanden mee worstel en geen woorden voor kan vinden. Ik voel bewondering voor de studies waar hij aan meewerkt en voor de open vriendelijke persoon die hij is. Hij deelt gewoon zijn kennis met mij, zomaar, zonder iets in de plaats te verwachten. Ik vind gehoor bij hem omtrent mijn hoogbegaafdheid (ook iets wat ik nog maar twee maanden weet) en herken mezelf in de academische weg van zijn drie hoogbegaafde kinderen. Of eerder, het gevoel niet op de juiste weg te zitten en die te verlaten om bijgevolg angstig en zonder diploma in deze veeleisende op prestatiegerichte maatschappij een nieuwe weg te zoeken. Zijn kinderen hebben die weg al gevonden, dus er is ook hoop voor mij.
Die avond ga ik slapen met een hart dat overloopt van inspiratie en enthousiasme.

De derde en laatste dag in Torhout ben ik van plan om eens de voormiddaglezing mee te volgen. De korte inhoud kondigt Tom Hannes aan als zenboeddhist. Nu moet je weten dat ik in juni van dit jaar een weekje doorbracht in een zenboeddhistisch centrum in de Bordeauxstreek, Plumvillage genaamd. Ik kijk er met een warm hart op terug en hoop misschien stiekem weer wat van die warmte te voelen bij deze lezing.
De spreker begint met een aantal grapjes over de gemiddelde leeftijd van het publiek en de luchtige toon is meteen gezet. Mijn hart staat zo mogelijk nog meer open dan de dag voordien en de spreker straalt zoveel warmte en liefde uit dat ik meteen een beetje verliefd word. Maar ik ben niet alleen, de hele zaal is zowat in zwijm aan het vallen, zelfs de mannelijke luisteraars! Ja hoor, dit is alweer helemaal mijn ding!
Tijdens de pauze is er een stormloop naar de boeken van Tom Hannes, waarbij ik kalm aan de zijlijn blijf toekijken. Ik stuur een bericht naar mijn vriend: of hij twee boeken van hem kan bestellen vanavond?

De afsluitende meditatieoefening is tegelijk mijn persoonlijke wake-up call. Mijn hart staat al drie dagen wagenwijd open. Mijn lichaam heeft stilaan genoeg van deze zondvloed aan inspiratie en emoties. Volledig uitgeput door een mix van depressie, burn-out, bore-out en een overvloed aan indrukken, die bij mij als hoogsensitief persoon intenser binnenkomen, geeft mijn lichaam het einde van de inspiratiedagen aan met een hyperventilatieaanval. Ik verlaat de zaal en denk aan de treinreis terug. Het vooruitzicht van een wiegende wagon buiten de spitsuren vervult me met rust. Ik denk aan mijn lieve vriend en mijn ietwat dikke kat Boris en voel de warmte op deze koude dag.

Ik vertrek zoals ik gekomen ben, plots en onopvallend. Maar met een lichtere tred draag ik een extra koffer vol intellectuele en emotionele inspiratie mee. En vol hoop.
Nu, zoveel weken later, terwijl ik deze tekst schrijf, voel ik deze hoop nog steeds. Ondanks de moeilijke momenten die ondertussen komen en gaan, blijft een warm gevoel van hoop mij leiden. Daarvoor ben ik deze inspiratiedagen, La Verna, Kristin en in het bijzonder mijn vriendin Céline heel dankbaar.
November 2015
Chloë Piro