artikel2015-11_clip_image002Raphaël Snoeck
Viering 15 november 2015

Ik kom uit een gezin van vijf kinderen. Thuis was ik de felste. Toch herinner ik mij dat ik op mijn twaalfde al een angstaanval had. Ik wist niet wat er met mij gebeurde: ik was bang, maar ik had geen idee waarvoor. Er zouden in mijn leven nog zulke aanvallen volgen: een soort existentiële angst die plots uit het niets komt.

Ik ben psychisch kwetsbaar en ik kreeg nu ook het etiket ‘hypersensitief’. Het is niet verwonderlijk dat ik in de hulpverlening ging werken, bij kwetsbare kinderen. ‘You teach the best what you most need to learn!’
Psychisch kwetsbaar zijn is geen schande. Ik vind vandaag dat er een grote nood is aan het destigmatiseren van mensen die op de een of andere manier in een mentale inzinking zijn terechtgekomen. Het nog te vaak negatief gekleurde etiket is soms een groot deel van het probleem bij een mogelijk herstel. Maar wij zijn meer dan onze broze kant…!
Elke mens is verschillend, zo ook de aanloop naar en de aard en context van een inzinking. Daarom is inzicht, erkenning van het probleem, én zorg op maat zo belangrijk. Mijn verhaal is zeer persoonlijk, en zeker niet de weg voor iedereen. Het uitgangspunt is dat het belangrijk is de gepaste hulp te vinden, niet boven het hoofd van de mens in nood, maar in een samenwerking, vanuit verbondenheid. Ik noem mezelf ook niet hersteld, maar actief herstellende!

In mijn familie waren er meer mensen die eenzelfde gevoeligheid hadden. Toen ik achttien was, besloot ik mijn eigen weg te gaan, de warme maar beladen cocon stilaan te verlaten en mij te wapenen tegen mijn broze genen. Ik wou de angsten geen kans meer geven!
Zo kwam ik zelfs in de Himalaya terecht, bij een expeditie naar een berg van 8000 m. Ik ging hardlopen, deed lange zeiltochten op zee, had een druk sociaal leven, reisde naar onherbergzame streken in de wereld. Mijn fysieke exploten waren mijn wapens tegen mentale twijfels, een vorm van coping, een manier van omgaan met…

Als jonge onderwijzer ging ik werken in een orthopedagogisch centrum bij de opvoeding van kinderen met emotionele en gedragsproblemen. Ik werd er ook gezinsbegeleider.
Vijftien jaar geleden kreeg ik daar een eerste grote inzinking en ik moest lang rusten. Nadien bleven er voor mijn partner sporen achter en het zette onze relatie onder druk. Mijn vriendin haakte af. Nu begrijp ik dat beter, maar het was en is vooral heel pijnlijk. Je houdt niet zomaar op iemand graag te zien.
In eenzaamheid ben ik nog dieper gegaan en werd psychisch heel ziek. Ik belandde bij een psychiater en zijn team in de geestelijke gezondheidszorg en ging uiteindelijk zelfs in een residentiële psychiatrische opname. Ik ben uit een heel diep dal geklommen…

Om te herstellen moet je niet echt van nul herbeginnen, al denk je dat in het begin. Er is nog veel kracht en ervaring in jezelf aanwezig, ook al is die op een bepaald moment gesluierd, verborgen, geblokkeerd. Maar daar liggen de bronnen van herstel.
Langzaam kreeg ik na een tijd weer wat greep op mijn leven. Maar enkele jaren terug kwam ik opnieuw in een negatieve spiraal terecht. Na een sportletsel ben ik ondertussen al viermaal geopereerd en mijn ‘ruimteschip’ is – denkelijk definitief – helemaal uit balans. Bij de laatste operatie kreeg ik ook een verlamming cadeau, en een dropvoet. Ik belandde in een nieuwe psychische waterval: van een uitputting tot een daaraan gekoppelde burn-out en groeiend naar een depressie.
Het inzicht in de connectie tussen fysieke en psychische letsels was voor mij een belangrijke ontdekking en een nieuw uitgangspunt, maar die holistische visie wordt medisch nog te weinig onderkend, laat staan dat er een goed actieplan gemaakt kan worden. Want herstellen is niet achterover leunen tot iemand het voor jou doet, je moet het uiteindelijk zelf doen. Het probleem is dat je dat vanuit een depressie vaak niet alleen kan.

Ondanks mijn ervaring in de orthopedagogie besefte ik dat ik mijn eigen hulpverlener niet kon zijn. Nu mijn fysieke ‘wapens’ wegvielen, werd ik op een onverbiddelijke manier met mijn angsten geconfronteerd. Ik nam ook in gewicht toe als gevolg van medicatie en immobiliteit. Ik kon niet meer werken. Mijn zelfbeeld ging steil naar beneden. De pijn was/is vaak overweldigend. Ik kon er niet meer omheen: het licht was uit, de snaar was uiteindelijk gesprongen. Veel muziek kwam er niet meer uit de kapotte klankkast! Wat nu??

Het viel me gaandeweg op hoeveel mensen vandaag net als ik in een inzinking terechtkomen, ook mensen van wie men het totaal niet verwacht. Meestal mensen met een hoge gevoeligheid en sociale empathie, met een sterke inzet en veel verantwoordelijkheidsgevoel, maar die vaak over hun grens gaan omdat ze geen nee kunnen zeggen.
De mentale noodsituatie wordt vaak nog versterkt door het isolement via (ongewild) onbegrip van de omgeving, zelfs in het eigen gezinsleven. Je krijgt zelfs soms nog wat extra pijn cadeau door ‘goede raad’(?) zoals: het zit tussen je oren, je laat je gaan, niet doemdenken, is dat nu nog niet gedaan, je moet loslaten, enz. Dat is dan het genadeschot voor je gevoel van eigenwaarde. En het toppunt is dat het meestal allemaal zeer goed bedoeld is.

Sommige mensen in mijn omgeving verlangden van mij ook dingen die ze zelf denkelijk niet zouden aankunnen. Ieder had zijn eigen waarheid, voor mij telkens een andere. Je wil niet weten wat ik allemaal geprobeerd heb, tot bij goeroes en sjamanen toe.
Ik dacht dan ook heel vaak: lees me de les niet meer, alsjeblief, probeer naar me te luisteren, mijn probleem serieus te nemen, me te helpen om zelf oplossingen te vinden.
Als je tevergeefs zoekt, kruip je uiteindelijk in de vertwijfeling als een gekwetste vogel onder de struiken: niemand ziet je nog, niemand hoort je nog, niemand weet nog, want… niemand gelooft het nog… de depressie is nu een feit.

Het is me nu ook wel duidelijk dat je familie en vrienden moeilijk je therapeuten kunnen zijn, en dat is hen natuurlijk niet kwalijk te nemen. Maar zij zijn wel de eersten waar je spontaan aan denkt als je hulp en steun nodig hebt. Het is echter voor beide partijen gewoon niet vol te houden. Ik vergeet niet dat er in mijn familie- en vriendenkring heel wat mensen zijn die ook heftige tijden meemaken en nu op mij vaak ook niet echt kunnen rekenen. Dat is niemands schuld. Het is het karma van het leven. Dat gaat niet rechtlijnig, het is een op-en-neer gaande curve, en vaak is dat pijnlijk.
Ikzelf heb lijden nooit zinvol gevonden. En ik reken zeker niet op de een of andere god om mij te helpen, maar vind het contact met mensen rondom mij soms zeer zinvol en helend.
Op die manier sta ik hier ook vandaag. Slechts in verbondenheid kunnen mensen iets voor elkaar betekenen en heeft het leven onder de maan echt zin.

Zorg op maat! Daar wil ik nu even bij stilstaan.
Terwijl ik toch moeizaam probeerde mijn leven thuis verder op te nemen, besefte ik dat ik hulp moest aanvaarden. Vanaf een bepaald moment kon ik enkele dagen per week terecht in een centrum voor dagbegeleiding en dagactiviteiten binnen de herstelondersteunende zorg. Dat was mijn eigen keuze na een nieuwe residentiële opvang die me geen baat had gebracht. Nu vond ik uiteindelijk een plek waar ik hulp vond om fysiek én mentaal te herstellen en te herbronnen. Ik vervreemdde niet van mijn eigen leven en kon mee de regie van mijn herstel bepalen.
Dat is voor mij heel belangrijk. Herstel op maat staat voor mij symbool voor eb en vloed, zoals het in een psychisch herstel ook van hoog naar laag gaat, en omgekeerd, maar minder voorspelbaar dan die duidelijke wetmatigheid van de zee. De plek die ik vond, heet trouwens heel toepasselijk ‘De Getijden’!
Bij ons, gewone mensen van vlees en bloed, is er bij een grote inzinking vooral ook een draaikolk van onrust, hevige angst, een laag zelfbeeld, faalangst waar men soms in verdrinkt en niet meer alleen uitgeraakt. Ik had het geluk enkele mensen te vinden die mij boven water hielden en mij hielpen zoeken naar kansen voor een nieuw leven.

Er gebeurt nu echt van alles met mij, ik maak een echte transformatie mee (een term die ik leerde kennen vanuit een cognitieve therapie). Op bepaalde momenten in je leven is het alsof je levensboek gesloten wordt, tegen wil en dank, en het heden verleden wordt, zonder het antwoord te weten op ‘wat nu?’. Op zo’n moment verandert alles rond en in je, heb je een hoop vragen en moet je op zoek gaan naar nieuwe perspectieven.
Dat is ook zo bijvoorbeeld in de puberteit, bij het afscheid van een geliefde, de geboorte van een kind, het op pensioen gaan, in mijn geval blijvende lichamelijke trauma’s… Het zijn momenten waarop we het kwetsbaarst zijn, ook al heeft de wereld daar soms weinig oog of begrip voor. Je begrijpt aanvankelijk zelf niet wat er met je gebeurt, laat staan dat je omgeving het kan verstaan.
Vandaag vertrouw ik erop dat het leven zelf me een stuk de weg zal wijzen. Ik weet niet waar ik belanden zal, maar ben bereid de reis nog maar eens te ondernemen. Ik denk nog steeds dat de weg belangrijker is dan het doel, zolang ik maar trouw blijf aan mezelf en probeer niemand pijn te doen. Ik probeer ook een beetje zen te leren zijn en als het ware aan de oever van de rivier rustig te wachten tot ik de dingen zie voorbijdrijven. Op die manier kan ik misschien ook mijn angsten beter de baas blijven.

Ik denk dat zo’n periode van transformatie verrijkend is én ook onvermijdelijk is, zeker als je nog eens wil ‘springen’ in het leven. Het kost wat moeite om de oude pluimen af te schudden en te aanvaarden dat je ook mensen moet kunnen vrij laten die zich in je nieuwe weg niet kunnen of willen vinden, ook al doet dat pijn.
De mensen in het zorgcentrum geven me weer vertrouwen: ik kan op zoek gaan naar een nieuw evenwicht. Het uitbouwen van mijn eigen mogelijkheden daartoe, het herontdekken van mijn talenten, zelfs nieuwe vaardigheden leren op mijn eigen ritme, … het is het grootste geschenk dat ik kon krijgen. Bovendien word ik door de mensen die mij nu omringen niet ‘gestraft’ als ik weer even de balans niet vind. Ik kan/mag nu ook leren van mijn ‘fouten’, en word daarbij geholpen. Het is voor mij duidelijker dan ooit: als mens red je het niet zonder andere mensen.

Terugblikkend kom ik tot een beter inzicht in en begrip voor de houding van familie en enkele vrienden en kennissen die al die goed bedoelde raad gaven . Er gebeurde ook iets heel positiefs: enkele trouwe vrienden, en ook soms enkele onverwachte anderen, zijn dichter bij mij gekomen. Dat stemt mij heel dankbaar. Ik maakte zelfs nieuwe vrienden. Ik vond ook begrip bij lotgenoten. Een welkom tegengewicht voor hen die ronduit vonden: die is kapot, daar kan je niets meer mee aanvangen!
Ik neem niemand iets kwalijk en ik besef nu ook: al kunnen mijn vrienden of familieleden niet mijn therapeuten zijn, zij zijn wel de mensen van wie ik dat stuk ‘echte leven’ nog aangeboden krijg. En dat is zeer belangrijk. Zoals een vriend me ooit zei: “De beste manier om vrienden af te stoten is steeds over jezelf te praten. En de beste manier om je eigen problemen even los te kunnen laten is echt geïnteresseerd zijn in hun leven.”
Een stuk sociale afzondering wordt bij een depressie sowieso toch vaak een feit: de dokter schrijft je ziekteverlof voor, je zit thuis voor een hele poos, en daar komen dan de demonen pas volledig op je af! Voor mij was alleen zijn niet de beste remedie.

Het woordje ‘loslaten’: het werd op me ingebeukt en het werkte stilaan ook serieus op mijn zenuwen. Het bezorgde mij, om nog eens een zeeterm te gebruiken, ‘extra labiele maritieme luchtstromingen’ in plaats van mij uit de storm te halen. Ik begrijp het wel, dat loslaten, maar hamer het alsjeblief niet steeds opnieuw in mijn hoofd! Praat ook niet te veel op me in. Het werkt niet! Als je aan iemand zegt dat hij niet aan een citroen mag denken, dan denkt hij natuurlijk constant daaraan. Veel zogenaamde raadgevers zeggen trouwens vaak meer over zichzelf dan ze beseffen. Soms proberen ze hun eigen twijfels te bezweren door je als het ware te overtroeven. Wat zij dan doen, is eigenlijk zichzelf proberen te overtuigen.
Er zijn natuurlijk ook echt helpende mensen. Ik leerde van enkele toffe mensen dat loslaten eigenlijk leren ‘anders vasthouden’ is. Het is een mooie ontdekking, maar niet eenvoudig.  Jullie herkennen er misschien wel de verwerkingsfasen in die Kübler-Ross beschrijft als deel van een rouwproces: ontzetting, ontkenning, marchanderen, woede, depressie, … tot de fase van ‘het is wat het is’. Dat kan best lang duren…

Het was heel belangrijk voor mij een menselijk therapeutisch kader te kunnen vinden om mijn verhaal te durven/kunnen/mogen doen, het ook met inzicht te doorleven, zonder schuldgevoel, met professionele hulp, en op die manier door mijn angsten en onrust heen te gaan.
Existentiële angst is een rode draad in mijn leven, met ups en downs. Dàt is mijn verhaal. Ik weet nu dat daar eigenlijk niets mis mee is. Ik ben wie ik ben. Ik probeer een positieve kijk te bewaren op het leven, ik ben vaak best blij gestemd, maar ik ken ook de schaduwzijden van de aard van mijn beestje! Ik ben ook een piekeraar, ik ben vaak met doemscenario’s bezig. Toch blijf ik daartegen vechten, want ik ontdekte dat piekeren heel veel energie verbruikt: je bent heel druk bezig, maar je komt geen stap vooruit.
En toch… niet alleen ik, maar vooral het leven zelf is schommelend, ja bipolair… Het kent yin en yang, eb en vloed, ups en downs… Je kan gewoon niet altijd gelukkig zijn. Facebook is daarom ook vaak een ‘fakebook’.

Hoe ga je met dat alles nu om? Voor mij betekent het: streven naar een nieuw evenwicht, mezelf zo goed mogelijk blijven verzorgen en zo actief mogelijk proberen te leven met ‘het is wat het is’. Daarbij mijn grenzen goed bewaken, mijn echte sociale netwerk verzorgen, dichter komen bij mijn vrienden en familie, opnieuw op weg proberen te gaan, mij zinvol inzetten voor mensen waar het kan en voor zover mijn gehavend ruimteschip het nog toelaat. En vooral proberen mezelf weer graag te zien: geloven dat ik goed genoeg ben zoals ik ben.

Ik hoop dat de mensen die mij omringen zelf niet over hun grenzen gaan. Een begeleider sprak over zichzelf als over een katalysator, een stof die de snelheid van een chemische reactie beïnvloedt zonder zelf verbruikt te worden. Ik vind dat een heel mooie metafoor. Ik heb ook vele jaren van mijn leven gewerkt als hulpverlener en weet nu dat ik vaak over mijn grens ben gegaan. Hierin ligt dus nu mijn grootste werkpunt.
Vandaag ben ik lid van een werkgroep rond ervaringsgericht delen en destigmatiseren, volgde cursus in het maken van een herstelactieplan en volg nu een opleiding als ervaringsdeskundige. Maar ik blijf wel waakzaam in het afgrenzen van mijn engagementen. Want ik ben en blijf een ezel, je weet wel… die van die steen…!

Mij valt vandaag ook de grote eenzaamheid op die zich steeds dieper nestelt in ons land van melk en honing. Ondanks alle moderne communicatiemiddelen (gsm, mail, twitter, facebook, …) praten mensen niet echt meer met elkaar, ze ontmoeten mekaar vaak niet echt en onderhouden meer virtuele dan echte relaties. Bovendien lijden we als het ware aan het ‘gelukssyndroom’: we moeten op elk moment kunnen laten zien hoe ongelooflijk fel en goed we wel bezig zijn en hoe goed we wel slagen in dat obligate opperste streven naar gelukkig zijn, zelfs tegen beter weten in. Een rimpel in het meer van onze gevoelens is amper toegestaan, of dan toch slechts voor heel eventjes. Sentimentaliteit vervangt vaak oprechte emotie, en dat duidt niet op een warm hart, want er is niets dat zoveel tranen stort als een blok ijs!

Ik weet dat er zonder twijfel nog veel pijn komt in mijn aftakelende body, daarin zijn de dokters wel duidelijk. Ik besef daarom, heel realistisch, dat ik nog een heel moeilijke weg heb te gaan, maar de weg is nu, voorlopig, iets minder steil.
Het is eigenlijk mijn levenswerk geworden om met mijn beperkingen zo goed mogelijk te leren leven. Ik weet niet of me dat zal blijven lukken. Het is misschien een boutade, maar toch: wie doet wat hij kan is waard dat hij leeft .
Ik ben er nu ook van overtuigd dat ik niet de plicht heb anderen gelukkig te maken. Pas als ik trouw in het reine blijf met mezelf kan ik iets betekenen voor anderen, ondanks mijn beperkingen.

Om af te ronden nog dit: niemand is onkwetsbaar, laten we niet te bang of te beschaamd zijn om hulp te vragen als het nodig is. Liever te vroeg dan te laat. En kruip niet onder de struiken. Ik weet, geloof me, dat er hulp bestaat. En die is voor iedereen verschillend.
De kracht ligt echt ook in jezelf. Het herstel groeit met het aanvaarden dat je extra hulp nodig hebt, en het toe te laten. Doe mij en vooral jezelf een plezier: draag zorg voor jezelf en je dierbaren. Wees trouw aan jezelf, zie jezelf graag, je bent goed genoeg zoals je bent.
Wat ik ook zo mooi vind: enkele vriend(inn)en hebben ondertussen ook hun eigen kwetsbaarheid met mij gedeeld. Het heeft onze verbondenheid zoveel groter gemaakt.

Welke weg is de goede? Ik weet het niet. De dichter Machando schreef: “Wandelaar, er is geen pasklare weg; de weg maak je zelf al wandelend.” De reis is belangrijker dan het doel. En wie weet… misschien brengt elke dag een stap ons boven aan de trap!

Ik wil jullie warm bedanken om naar mij te luisteren.
Tot slot een leuk doordenkertje: “Je mag de lat best hoog leggen, dan kan je er het gemakkelijkst onderdoor.”

—-
Interesse in de blog van Raphaël? Ga naar: fantastoricus.strikingly.com.
Je vindt er allerlei soorten verhalen, poëzie en mijmeringen.