jan1Jan De Bruyckere
Viering 18 oktober 2015

Ik ben geboren in een bakkersfamilie op 17 december 1972. Geen makkelijke datum voor mijn ouders: de periode rond Kerstmis en Nieuwjaar is voor bakkers de drukste van het jaar. De plicht roept: mijn moeder gaat werken en laat me twee weken in handen van de zusters van de kraamkliniek.

Ik groei op in een familie van hardwerkende zelfstandigen. Ik ga naar de lagere school in Maldegem en vervolgens op internaat in Gent. Ik voel me vervreemden. De strenge regels van het schoolregime kortwieken mijn vleugels. Elke maandagochtend wanneer ik mijn valies op mijn kamer drop, keert mijn maag om. Ik voel me niet thuis, ik voel me niet gezien. Mijn lichaam reageert op de stress met ademhalingsklachten en maagproblemen. Ik eet vooral wat ongezond is, ik slaap slecht. Drie neusoperaties verder kan ik mijn ademruimte nog altijd niet innemen.

Na de middelbare school ga ik op kot. Ik voel me eenzaam, niet begrepen, ik kan geen connecties leggen met mensen. Weer voel ik me niet gezien. Ik laat me ook niet zien. Ik overleef. Depressief. Mijn leven is nog niet begonnen en ik voel me al uitgeblust. Ik sleep me door mijn studies.

Ook wanneer ik na mijn studies een droomjob aangeboden krijg in de reclamewereld, ontbreekt het mij aan focus. Ik geraak chronisch vermoeid. Onderzoek wijst uit dat ik lijd aan een slaapstoornis: slaapapneu. Voor de vorm waar ik mee te kampen heb, is geen oplossing beschikbaar. Ik voel me nooit uitgeslapen, ik ben niet alert aanwezig. Ik ben niet in staat om echt te leven, ik word geleefd. Ik zie geen uitweg en sleep me verder. Mijn lijf protesteert. Ik word ontslagen op mijn werk. Ik voel me nutteloos. Niet gezien. Een mislukkeling.

Langzaamaan leer ik aanvaarden dat ik mijn plaats in de maatschappij nooit zal verdienen door hard te werken. Mijn chronisch verstopte neus, de constante vermoeidheid en het gebrek aan focus laten dit niet toe.
Wanneer ik samen met twee anderen een gezellig huisje huur in Gent, begint een leuke periode. Ik heb vrienden waar ik een hartconnectie mee heb. Bijna dagelijks komen leuke mensen op bezoek. Mijn leven gaat eindelijk ergens naartoe. Ik voel verbondenheid. Ik voel dat ik mensen kan bereiken.
Maar dan komt er een wissel van huisgenoten en die ontaardt in een conflict. Mijn hele vriendenkring spat uit elkaar en ik heb het gevoel dat mijn versie van de feiten door niemand gehoord wil worden. Van de ene dag op de andere heb ik geen contact meer met wie ik zag als mijn vrienden. Ik val in een zwart gat, een héél zwart gat!

Van alle betrokken partijen is er één iemand van wie ik het zou begrijpen indien ze me zou laten vallen: Lieve. Merkwaardig genoeg is net zij de enige die me steunt. Ze oordeelt niet. Ze ziet wie ik ben en accepteert me.
Lieve en ik gaan samen op weg, onze relatie loopt niet altijd even makkelijk. Nu ik dit allemaal neerschrijf, besef ik pas hoe zij me al die tijd heeft geïnspireerd om mijn beperkingen onder ogen te zien en er afstand van te nemen. Met bijzonder weinig verwachtingen en oordelen. Met engelengeduld.

Op een bepaald moment gaan we naar een opendeurdag van een danscentrum. Elk uur zijn er proefsessies en wij springen binnen in de sessie ‘bodyflow’. Lieve en ik kijken vragend naar elkaar: wat is hier aan de hand? De deelnemers zien er zo gelukkig uit. Verliefd op het leven. Lieve, altijd klaar voor avontuur, schrijft zich in voor de reeks. Ze komt naar huis met verhalen die ik niet kan vatten. Ze voelt weerstand, en toch…
Voor de volgende reeks schrijf ik me ook in. Ook ik voel veel weerstand voor de verhalen die de docente brengt. Tegelijk ervaar ik hoeveel deugd het doet om mijn lichaam in expressie te laten gaan. Gewoon met je ogen dicht de muziek laten binnenkomen. Voelen of er iets wil bewegen en dat toelaten. Het is geen dans. Het hoeft niet gezien te worden. Er zijn geen verwachtingen, er is geen oordeel, alleen je eigen ervaring. Misschien beweegt er alleen iets vanbinnen, misschien beweegt je hele lichaam.
Ik ervaar dat dit me toelaat om dichter bij mezelf te komen, de dingen die ik lang heb weggeduwd zachtjesaan naar boven te laten komen. Ik voel de uitnodiging om wat vastzit, los te laten en misschien eindelijk wat meer te gaan leven.

Wanneer Lieve en ik ons inschrijven voor de opleiding ‘4 Dimensioneel Bodywork en Levenskunst’ komen we opnieuw in contact met ervaringen die ons verstand te boven gaan. Het gaat om de oosterse, meer holistische kijk op het lichaam. Emoties die loskomen door het lichaam aan te raken of net niet aan te raken, maar het energetisch te benaderen. Een wereld gaat voor ons open. Ik voel hoe ik hier diep kan connecteren met anderen. Zonder woorden, gewoon door te voelen.

Het blijft een wereld die totaal gescheiden is van mijn dagdagelijks leven. Tijdens de bodyflow beleef ik heel bevrijdende sessies, maar de dag nadien is het alsof die ervaring geen bestaansrecht heeft, alsof het niet echt was.
Ik vervreemd nog meer van mijn ouders en broers. Ik heb een wereld ontdekt die mijlenver van die van hen ligt. Het is een wereld die soms heel fijn, dan weer heel confronterend is, maar die me tenminste het gevoel geeft dat ik gezien word zoals ik ben, dat ik leef en dat ik mijn leven mag leven. Ik heb niet het gevoel dat ik daarmee naar buiten kan komen, het blijft een afgescheiden iets.

Vele jaren later krijgt mijn moeder (net als haar moeder op haar 66ste) de diagnose: terminale pancreaskanker. Lieve en ik nodigen haar uit om in behandeling te gaan bij de persoon bij wie wij bodyflow volgen. Om de stress in haar lichaam te kunnen verlichten en om het proces van overgaan te laten begeleiden. Aanvankelijk is ze heel weigerachtig, maar onverwachts maakt ze een ommezwaai.
Lieve en ik voelen ons gezien in waar wij voor staan. We voelen ons eindelijk erkend in waar wij in geloven. En de verhoudingen in het ouderlijk huis beginnen te veranderen.
Op het moment dat de dood zich aankondigt, lijkt het alsof de maskers geleidelijk aan afvallen. Het is alsof er eindelijk tijd is om ons werkelijk te verbinden. De weken voor mijn moeder sterft, lopen Lieve en ik te stralen. We begrijpen het niet. Soms voelen we ons bijna schuldig. Mijn moeder ligt op sterven en we voelen vreugde. Is het omdat we het gevoel hebben dat we eindelijk gezien worden? Is het omdat we eindelijk iets kunnen geven aan mijn moeder, terwijl zij altijd degene was die gaf? Is het omdat we zoveel mensen zien die die laatste weken iets mooi komen brengen? We begrijpen het niet, we voelen dat we hier voorzichtig moeten mee omgaan. Voor de buitenwereld klopt dit niet.
Het is pas later, wanneer ik het boek van Hilde Van Bulck ‘De nacht van ons leven’ lees, dat ik meer en meer begrijp dat overgaan een enorm krachtig en begeleid proces is. Het is voor mij ook duidelijk dat dit overgaan een hergeboorte is. Vandaar onze vreugde. Het besef dat er geen dood is, ervaren we als een ongelofelijke bevrijding.

Mijn moeder ‘sterft’ op de verjaardag van Lieve. De dag nadien, op 15 augustus, gaan we naar een bodyflow sessie. Mijn hartstreek gaat helemaal open en ik val achterover. Wanneer ik op de grond lig, ervaar ik een onvoorstelbare verruiming en licht. Wit licht komt in mij binnen, gaat door mij heen, zit om mij heen. Ik lig in een bad van licht. Ik voel zoveel liefde, ik ervaar een verbondenheid met alles. Ik zit midden in een onbeschrijflijke ervaring.

Daarna heb ik gedurende tien dagen het gevoel dat mijn hart helemaal openstaat. Het is iets dat ik niet ken. Ik krijg ook inzicht in heel wat belangrijke gebeurtenissen in mijn leven.
Eerder, tijdens de opleiding ‘4 Dimensioneel Bodywork en Levenskunst’, werd ik er meermaals op aangesproken: “Jan, je ademhaling is heel oppervlakkig en je hart zit helemaal vast.” Nu mijn moeder gestorven is, voel ik wat het is om een open hart te hebben, om het leven door me heen te voelen stromen.
Het lijkt alsof mijn leven eindelijk kan beginnen.

Ik ben Lieve ongelooflijk dankbaar dat zij in die periode aan mijn kant staat en dat ik veel met haar kan delen. Ik voel ook de drang om mijn ervaringen en de daarbij behorende inzichten met anderen te delen. Het is alsof ik een onwaarschijnlijke bron van wijsheid en liefde in mezelf heb ontdekt. Alleen al hierover kunnen praten, brengt me bij die vreugde. Maar ik voel vaak een muur van onbegrip. Ik moet temperen. Wat ik vertel, vinden veel mensen op zijn minst gezegd ‘gek’. Het klinkt ook allemaal te mooi om waar te zijn.

In het boek ‘Eindeloos Bewustzijn’ van Pim van Lommel wordt het ook aangehaald: “Mensen die een geliefde verliezen, kunnen voor een deel meegetrokken worden in één of meerdere aspecten van een bijna-doodervaring. Mensen met een dergelijke verruimende ervaring hebben vaak het gevoel dat niemand hen daarin lijkt te begrijpen.”

Een maand nadat mijn moeder is gestorven, mag ik een kunstwerk maken in de tuin van het Karmelietenklooster in Brugge. Met bamboestokken maak ik een grote baan waar een bal op kan rollen, vanuit het venster van het klooster naar het vijvertje in de tuin. Het is de bedoeling dat er een video-installatie gemaakt wordt waarin het filmpje omgedraaid getoond wordt. Je ziet dan dat de bal uit het water komt en zo naar boven gaat en uiteindelijk in het klooster binnenrolt. Het is een metafoor voor ons levenspad. Het eindpunt is het beeld van de heilige Theresia van Avila die in extase haar blik naar de hemel richt. Daar zal de bal stilaan transparant en uiteindelijk onzichtbaar worden.
Een nieuwsgierige broeder komt me vertellen over het beeld van Theresia van Avila: ze is in extase, want ze heeft het licht gezien. Ik herken wat deze man me vertelt.

Het besef dat wat wij ‘dood’ noemen veeleer een wedergeboorte is, is een ervaring die mijn hele leven ingrijpend heeft veranderd. Alsof een ketting rond mijn hart openbrak en me herinnerde aan mijn essentie: vreugde, licht, liefde…