anneke2Anne Hendrickx
Viering 21 juni 2015

Luisteren naar jezelf
Hoe fijn is het om in een viering te mogen spreken over ‘luisteren’, zo een mooi thema, waar we allemaal mee te maken hebben in ons leven. Ik ben er heel dankbaar om.
Ik heb altijd veel en graag geluisterd: naar de regen, de golven in zee, het ruisen van de wind, het gezang van vogels, naar mensen, naar muziek en zeker ook naar stilte.
Dat je ook naar jezelf kan luisteren is iets wat ik maar laat in mijn leven heb ontdekt. Communiceren met anderen was een vanzelfsprekendheid, luisteren naar wat er in mezelf leefde totaal niet.
In mijn volwassen leven ben ik werkelijk een kampioen geweest in het ontkennen van mijn emoties, dromen en verlangens, van mijn grenzen ook. Het is niet iets om trots op te zijn, maar ik kan er nu wel met een zekere mildheid op terugkijken.

Hoe ben ik er dan toch toe gekomen om verbinding te maken met die diepere laag in mezelf?
Het is mijn lichaam geweest dat dit voor mij heeft mogelijk gemaakt. Rond mijn dertigste kwamen de eerste tekenen van vermoeidheid opzetten. Ik stelde me daar weinig vragen bij, ging naar mijn huisarts en kreeg goede medicatie voorgeschreven. Zo ging het weer, weg vermoeidheid! En als ze weer de kop opstak, waren er de pilletjes.
Toen ik jaren later, na onderzoek in een slaapkliniek, de diagnose ‘narcolepsie’ kreeg, ervaarde ik dat als een opluchting: oef, het zat dus toch niet tussen mijn oren, het was geen inbeelding…
Ik kreeg andere pilletjes. Geweldige pillen, die me de eerste maanden het gevoel gaven dat ik alles aankon! Ze zorgden ervoor dat ik overdag niet ongecontroleerd in slaap viel en dat ik alert en geconcentreerd kon blijven. Ze werden mijn grootste vrienden. Voor ik het goed en wel besefte, was ik eraan verslaafd: ik kon werkelijk niet meer functioneren zonder die witte wonderpillen. Ik nam ze in steeds grotere hoeveelheden, om toch maar die hardnekkige vermoeidheid te onderdrukken en mijn werk te kunnen blijven doen.
Het kwam niet in me op dat ik roofbouw op mijn lichaam pleegde, elke dag opnieuw. Dat ik het volledig aan het uitputten was. Mensen uit mijn omgeving werden bezorgd. Vrienden, collega’s, mijn huisarts en apotheker maakten me erop attent dat er iets mis was, dat het op die manier niet verder kon, dat ik hulp moest vragen. Ik lachte alles weg: wat dachten die mensen wel? Dat ik een slappeling was, een zwak wezen dat haar eigen boontjes niet kon doppen? Ik zou hen eens laten zien waartoe ik in staat was, hoeveel wilskracht en uithoudingsvermogen ik wel had; ze zouden ervan versteld staan!

Wanneer ik er nu op terugkijk, heb ik er moeite mee dat ik daar toen op een dergelijke manier mee ben omgegaan, maar het is wel zo geweest. Ik sloot me volledig af voor de oprechte bezorgdheid van mensen die me zagen afglijden, ik wilde niet naar hen luisteren, ik deed koppig verder met mezelf niet au sérieux te nemen.
Tot het op een bepaald moment op was en mijn lichaam me te hulp is gekomen. Op een mooie lentedag weigerde het prompt om nog verder mee te gaan in die spiraal van zelfvernietiging. Ik kon toen werkelijk niets meer. Ik zat daar maar, leeg en uitgeteld, te moe om te denken, te voelen of wat dan ook. Ik sleepte me naar mijn bed en naar het toilet, dat was het enige waartoe ik nog in staat was.

Ik ben mijn lichaam nog steeds onnoemelijk dankbaar om wat het toen voor mij heeft gedaan! Het heeft me een niet mis te verstaan signaal gegeven, opdat wat er zich aan het afspelen was eindelijk tot mij zou doordringen.
En het is ook binnengekomen. Na het eerste bewust worden en de schaamte die ik een tijdlang overweldigend heb gevoeld, heb ik hulp gezocht en gevonden. Ik heb een hele weg afgelegd om los te komen van mijn verslaving. Een weg van vallen en opstaan, waarin kinderlijke vreugde wanneer het goed liep, afwisselde met kwaadheid en ontgoocheling wanneer ik weer herviel in mijn oude gewoonte. Maar het is me uiteindelijk wel gelukt.
De neiging tot verslaving blijft aanwezig, het verlangen om een half pilletje meer te nemen dan de voorgeschreven dosis is er nog steeds. Ik zal er mijn leven lang alert voor moeten blijven. Maar ik heb me tijdens mijn herstelperiode vast voorgenomen om het nooit meer zover te laten komen, om mezelf en dus ook mijn lichaam dit geen tweede keer aan te doen. Die motivatie is nog altijd even sterk aanwezig als in het begin, ze geeft me iedere dag voldoende kracht om me te houden aan mijn belofte.

Zo heeft ieder van ons eigen ervaringen opgedaan die hebben geholpen om dichter bij onszelf te komen, om meer voeling te krijgen met wat er zich afspeelt aan de binnenkant. Soms kan een bepaalde gebeurtenis daartoe bijdragen, soms is er een hele weg afgelegd vooraleer we ertoe kunnen komen om contact te maken met die binnenkant. Vaak is het in het lijden, in iets dat ons raakt tot in het diepste van ons wezen, dat we teruggeworpen worden op onszelf.
Dan komen er essentiële vragen naar boven: waarom overkomt mij dit? Waarom mij en niet iemand anders? Wat moet ik daarmee? Soms duurt het heel lang voor we deze vragen aan onszelf kunnen of durven stellen. Er kan zoveel pijn aan voorafgaan dat het ons alle moeite van de wereld kost om ons hoofd boven water te houden, dat we alle energie waarover we nog beschikken daarvoor moeten aanwenden.

Het moment waarop die vragen aan de oppervlakte komen is belangrijk. Het is vaak een scharniermoment in ons leven. Het houdt een uitnodiging in: wat nu? Wat heb ik nu nodig om het vol te houden, om te leven of om te overleven? Aan wie kan ik mijn verhaal of een stukje ervan kwijt? Bij wie voel ik me veilig genoeg om dat te doen?
Ook al kunnen we lange tijd in de verwarring of in het niet-weten blijven, die opening is van wezenlijk belang. Ze kan de kiem van een nieuw leven, van een opnieuw geboren worden in zich dragen…

Wanneer de emoties wat zijn geluwd, kunnen er andere vragen naar boven komen. Hoe ga ik om met de situatie waarin ik me nu bevind? Wie of wat kan me daarbij helpen? Is er iets dat me een houvast biedt, iets waardoor mijn zelfvertrouwen en eigenwaarde kunnen worden versterkt?
Het antwoord op deze vragen is heel verschillend en heel persoonlijk. Soms vinden we een antwoord of een aanzet ertoe in de stilte, in de natuur, in het contact met een andere cultuur, bij een vertrouwenspersoon, in professionele hulpverlening of bij een gemeenschap zoals La Verna, waarin we ons opgenomen voelen.

Luisteren naar onszelf, verbinding maken met wie we werkelijk zijn of willen zijn, is geen gemakkelijke, maar wel een bevrijdende weg. Het is een weg die ons ertoe kan brengen dat ons eigen licht gaat schijnen, dat er vreugde en dankbaarheid kan ontstaan, óók middenin en doorheen de pijn die we ervaren. De nieuwe openheid die is ontstaan, kan ons leiden naar datgene waarvoor we werkelijk zijn bestemd.

 

Luisteren naar de ander
Soms duurt het een hele tijd vooraleer het tot ons doordringt hoe uniek en bijzonder we zijn, vooraleer we onze eigenwaarde erkennen en blij zijn om wie we zijn.
Er staat een heerlijk verhaaltje over in het boek ‘Tao van Poeh’ van Benjamin Hoff. Het gaat over Winnie de Poeh, de beer waar je wel moet van houden omdat hij helemaal zichzelf is.

“Het is vreselijk moeilijk om moedig te zijn,” snikte Knorretje, “als je maar zo’n Heel Klein Beestje bent.”
Konijn, die nu ijverig was beginnen schrijven, keek op van zijn papier en zei: “Juist omdat je zo’n Heel Klein Beestje bent, kan je Heel Nuttig zijn in het plan dat we gaan uitvoeren.”
Knorretje was zo verrukt dat hij Nuttig zou kunnen zijn, dat hij zijn bangheid helemaal vergat. Hij kon haast niet stilzitten, zo verlangend was hij om toch maar heel gauw Nuttig te zijn.
“En ik?” vroeg Poeh treurig, “ik ben zeker van helemaal geen nut?”
“Trek het je maar niet aan, Poeh,” zei Knorrie troostend. “Jouw beurt komt later.”
“Zonder Poeh,” verklaarde Konijn plechtig, terwijl hij een nieuwe punt aan zijn potlood sleep, “zou ons hele plan niet kunnen doorgaan.”
“Oh!” riep Knorretje en hij deed zijn best om er niet teleurgesteld uit te zien.
Maar Poeh ging naar een hoek van de kamer en zei heel trots tegen zichzelf: “Onmogelijk zonder Mij? Kijk, zó’n soort van Beer ben ik nou!”

De erkenning om wie we zijn, krijgen we van anderen. De behoefte om gehoord te worden is voor een deel gebaseerd op de behoefte om ons gevoel van zelfwaarde en betekenis te bevestigen.
In het contact met anderen kunnen we veel te weten komen over onszelf. Het is de ander die ons als het ware onszelf laat ontdekken, doorheen het contact, het delen, het wederzijds vertrouwen. Je ‘toe-vertrouwen’ aan een ander mens is iets van het mooiste wat er bestaat, het is telkens opnieuw een wonder. Vaak gebeurt het dat bepaalde dingen duidelijker voor ons worden in de loop van een gesprek, dat er plots of geleidelijk aan een inzicht ontstaat in iets waar we voordien weinig of geen zicht op hadden.

Wanneer we voldoende in onze eigen kracht staan, komt er ruimte vrij om ook de ander te beluisteren.
Maar goed luisteren, wat is dat eigenlijk, wat houdt dat in?
Ik denk dat het in de eerste plaats een zich afstemmen is op de ander, om voeling te krijgen met wie hij is en met wat hem bezighoudt. Ik gebruik hier gemakshalve de mannelijke vorm, maar het slaat natuurlijk evengoed op vrouwen, op kinderen en ouderen, op iedereen.

Wanneer we ons iemand voor de geest halen met wie we deugddoende gesprekken hebben, kan dit dienen als model, als voorbeeld van hoe een goed gesprek zou kunnen zijn: vrij genoeg om te praten over dingen die voor ons of onze gesprekspartner van belang zijn, betrokken genoeg om te luisteren, te begrijpen en te accepteren, eerlijk genoeg om te zeggen hoe wij iets wat de ander zegt ervaren en wat het met ons doet, en tactvol genoeg om aan te voelen wanneer dat wel of niet mogelijk is. Het betekent niet dat we met alles moeten instemmen, maar wel dat we begrip kunnen opbrengen voor hoe iemand zich op dat moment voelt.
Als we dit zo horen, is het eigenlijk simpel. Hoe komt het dan dat echt luisteren soms zo moeilijk is? Waarom nemen we vaak niet de tijd om de ander te laten uitspreken en doen we weinig of geen moeite om te achterhalen wat hij of zij echt wil zeggen?
De kunst van het luisteren is niet eenvoudig. Het vraagt veel aandacht, concentratie, interesse in de ander, een zekere gevoeligheid voor wat er tussen de lijnen wordt gezegd, mildheid en het vermogen om niet te oordelen. Om goed te luisteren moeten we onszelf voor een stuk opzij kunnen zetten en ons richten op de aandachtsbehoefte van de ander. Het zorgzaam luisteren naar anderen kan een onzelfzuchtige beheersing vragen.

Dat de kwaliteit van het luisteren zo is achteruit gegaan in onze huidige samenleving is volgens mij voor een deel te wijten aan het jachtige leven dat we leiden, ook al kiezen we daar niet voor. We hebben zoveel te doen, er komt vaak zoveel op ons af dat we de energie niet meer kunnen opbrengen om nog tijd vrij te maken voor echt contact, waarin het luisteren en beluisterd worden aan bod kunnen komen.
Dit heeft zijn weerslag op ieder van ons. We denken dat we autonoom zijn en ons leven zelf vorm kunnen geven, maar we zijn vergeten dat we evenzeer behoefte hebben aan aandacht, aan het delen van wat er in ons leeft, aan begrip, bevestiging, bemoediging en ondersteuning. Hoe deugddoend is het om van iemand te horen dat we het goed doen, dat we goed bezig zijn. Die eenvoudige woorden kunnen ons vleugels geven. Maar hoe zelden wordt dat nog gezegd, hoeveel mensen krijgen die boodschap nooit te horen!
Ook het stil bij elkaar zijn, elkaar nabij zijn zonder dat er veel wordt gesproken, kan balsem zijn voor onze ziel.

Ik denk dat het onvermogen om goed te luisteren ook te maken heeft met onze defensieve ingesteldheid. We horen vaak niet wat de ander wil zeggen omdat iets in de boodschap van die ander bij onszelf gekwetstheid, angst, boosheid of een andere emotie oproept.
Ik denk hierbij aan iets dat ik zelf meemaakte. Ik had aan een vriendin gevraagd om altijd eerlijk tegen me te zijn en me ook te zeggen wat haar stoorde in mijn reacties of gedrag. Op een keer deed ze dat ook. Ze zei dat mijn enthousiasme haar soms geweldig kon ergeren, dat ze eraan twijfelde of het wel echt en niet gespeeld was. Ik herinner me nog goed hoe gekwetst ik me toen voelde, terwijl zij nochtans tegemoet was gekomen aan mijn vraag. Waarschijnlijk deed ze het met de beste bedoelingen, maar ik kon haar woorden niet binnen laten komen. Het gevolg was dat ik me niet meer spontaan durfde te uiten tegenover haar en dat we stilaan het contact verloren.
Communicatie kan soms moeilijk of ingewikkeld zijn omdat er zoveel factoren in meespelen.

Luisteren is niet iets passiefs, er gaat ook steeds een appel van uit. Wat verwacht degene die ik beluister van mij? Wat kan ik voor hem betekenen? Gaat het om het verlangen echt gehoord te worden? Om een stem te horen wanneer er bijna niemand meer is om mee te praten? Om emoties te ventileren, medeleven te ervaren of iets te delen waarmee men de eigen familie niet wil belasten?
Er zijn zoveel redenen en het is aan mij om voeling te krijgen met waar het eigenlijk om gaat. Daarom is het van belang om af en toe aan de persoon die ik beluister te vragen of het dit is wat hij bedoelt, of ik het wel goed begrepen heb. Zo kan er meer helderheid ontstaan.
En hoe helpt degene die beluisterd wordt mij als luisteraar? Hoe is hij voor mij een verrijking door wat hij met me deelt? Op welke wijze is hij daarin een leermeester voor mij? In een goed gesprek is er nooit eenrichtingsverkeer, het gaat steeds om een ik en een jij dat een wij wordt in de wederkerigheid.

Empathisch luisteren kunnen we oefenen. We kunnen ons vermogen om te luisteren verfijnen door het te doen, opnieuw en opnieuw… De ene keer zal het ons beter lukken dan de andere keer, maar er zijn weinig dingen in het leven die zoveel voldoening schenken als gehoord worden en zelf mogen beluisteren wat de ander ons wil toevertrouwen.

Om beter te kunnen luisteren kan het helpen dat we voldoende zicht krijgen op onze eigen gevoeligheden, op de dingen die bij ons onbegrip, wrevel, onbehagen of een andere emotie kunnen oproepen. Want we zijn niet zomaar objectieve luisteraars, we hebben onze eigen geschiedenis, waarden en overtuigingen. Al deze factoren spelen mee in hoe de boodschap van een ander bij ons binnenkomt.
Een paar voorbeelden:
– Voor een vrouw met een grote kinderwens die geen kinderen kreeg, kan het heel lastig zijn om iemand te horen zeggen dat ze opnieuw zwanger is terwijl het daar nu niet het goede moment voor is.
– Iemand die een moeilijke echtscheiding doormaakt, kan pijn en verdriet voelen opkomen wanneer een ander hem vertelt hoe gelukkig hij is in het gezin waarin hij nu leeft.
Wanneer we onze eigen gevoeligheden leren herkennen, kunnen we er op een andere manier mee omgaan tijdens een gesprek. We kunnen proberen er wat afstand van te nemen, zodat de ander de ruimte krijgt om zich uit te drukken. Soms ontstaat er voldoende openheid om te kunnen zeggen wat de woorden van de ander bij ons teweegbrengen, maar in veel gesprekken zal dit niet ter sprake komen. En het kan ook fijn zijn om te ervaren dat we de mogelijkheid om wat afstand van onze eigen emoties te nemen, in ons dragen.

Ik wil hier graag aan toevoegen dat het luisteren naar onszelf en het respecteren van onze eigen grenzen altijd van groot belang blijven. Het is volgens mij onmogelijk om steeds maar weer luisterbereidheid en empathie voor anderen op te brengen. Ik denk dat mensen die vaak een luisterend oor zijn, best zelf veel warmte en genegenheid ervaren om de balans tussen geven en ontvangen voldoende in evenwicht te kunnen houden. Hoewel, er zijn ook altijd uitzonderingen.
Ook wanneer iemand dingen uitspreekt die voor ons echt niet kunnen, is het goed om ons daartegen te beschermen door afstand te nemen. We kunnen dan zeggen dat we niet meegaan in wat er ter sprake wordt gebracht, of dat er door wat we te horen krijgen voor ons een grens is bereikt. Ik denk hierbij aan bedreigingen die worden geuit of aan het bewust onderuit willen halen van een bepaald persoon.
Ook wanneer we merken dat iemand geen goede bedoelingen met ons heeft, ons wil kwetsen of schade wil toebrengen, is het ons volste recht om dicht bij onszelf te blijven en geen verder contact aan te gaan.

 

Luisteren in verbinding met het Onnoembare
Luisteren is voor mij nog een veel breder begrip dan wat ik zonet heb gedeeld. Het gaat om nog veel meer dan het in relatie treden met mezelf en met de ander. Er is ook de relatie met datgene wat me overstijgt, met een Liefdeskracht die ik nauwelijks kan benoemen. Die Liefde is eigenlijk altijd bij mij, ik ben er ten diepste mee verbonden, ze doorstraalt mijn leven van elke dag. Die verbondenheid is geen gevoel, het is een vorm van innerlijk weten, zoals een intuïtie waarvan je heel duidelijk weet dat ze voor jou klopt.
Het Mysterie, het Onnoembare ervaar ik in vele dingen, maar vooral in de verwondering en in het lijden.

Wanneer ik kijk en luister naar wat er zich rondom mij afspeelt, kan ik daar diep door worden geraakt. De mensen die ik gadesla vanuit mijn appartement: de mama’s en papa’s die voorbijkomen met hun kinderen, de mensen die alleen lopen of met hun hondje, de ouderen die soms onzeker zijn in het drukke verkeer, de jongeren die basketten of gewoon bij elkaar zitten in het park, … ze vervullen me met genegenheid, verwondering en een gevoel van schoonheid.
Ik kan helemaal doorgloeid worden wanneer ik denk aan mensen die elkaar hebben gevonden en die een liefde beleven waarvan ze voordien niet wisten dat er zó een diepe liefde tussen twee mensen kon bestaan. Wanneer ik ouders of grootouders zie spelen met hun kinderen en kleinkinderen. Wanneer ik iemand op een bankje zie zitten, in gedachten verzonken. Wanneer ik de eenden bekijk die voorbij zwemmen op het stukje Schelde dat langs onze woningen loopt.
Op het kastje naast mijn bed staat een bloemstukje dat me elke keer als ik ernaar kijk gelukkig maakt. Het maakt me niet uit dat het kunstbloemen zijn. Voor mij zijn het prachtige exotische bloemen – met zachtoranje roosjes en kleine witte bloempjes er doorheen geweven – die me beroeren en iets heel diep binnen in me raken. Ik voel me verbonden met de vrouw uit China die het heeft gemaakt, ik ben er haar dankbaar om en zou haar graag willen laten weten hoeveel vreugde haar bloemstukje me al heeft gegeven. Zo kan ik nog een tijdje doorgaan… In mensen, dieren en dingen ervaar ik iets van een Liefdesvonk die ik met geen woorden kan omschrijven, maar die er werkelijk is.

Ook in het lijden ervaar ik die allesdoordringende Liefde, soms nog meer dan in de vreugde of de verwondering. Ik ben heel gevoelig voor lijden, hier bij ons en in de wereld.
Ik wil er liever niet te diep op ingaan, omdat het me nog steeds zo emotioneel kan maken. Hier heb ik nog een hele weg in te gaan, om voldoende afstand te kunnen inbouwen en me er niet te veel door te laten overspoelen. Maar ook daarin, in het doorvoelen van mijn eigen eenzaamheid en in de verbinding met de pijn, de wanhoop of de verlatenheid van mensen, is voor mij die Liefdeskracht aanwezig, zeer sterk aanwezig zelfs.

Ik denk niet dat ik zou kunnen leven zonder die Kracht die vele namen heeft: God, Allah, de Ene, de Barmhartige, de Onnoembare,… Een andere naam die Dorothee Sölle, een grote theologe uit de twintigste eeuw en iemand die me zeer dierbaar is, gebruikt om het goddelijke uit te drukken, is ‘Jij stil geschreeuw’. Voor mij is het een van de omschrijvingen die het dichtst in de buurt komen van hoe ik het goddelijke ervaar.
Indien die Liefdeskracht er niet zou zijn, zou het vele en gruwelijke lijden dicht bij ons en verder van ons af me soms verpletteren. Maar in de aanraking tussen die goddelijke Liefde en al wat broos, kwetsbaar en weerloos is, gebeurt er iets dat mijn verstand ver te boven gaat. Het gaat om een eenworden, een opgenomen en omgevormd worden in een stroom van Liefde die wij ons nauwelijks kunnen voorstellen.

Ik wil graag eindigen met de volgende gedachte. Leven in aandacht, met een open oog en oor voor wat ons omringt, kan ons in verbinding brengen met datgene wat ons overstijgt en waar we zo moeilijk taal aan kunnen geven. In deze verbondenheid kunnen we iets ervaren van de goddelijke Vonk die in ons aanwezig is en van een Energie, een Liefdeskracht die uitzinnig veel van ons houdt.

Die Liefdesenergie kunnen en mogen wij ook doorgeven, aan onze geliefden, onze kinderen, aan mensen die we ontmoeten op onze weg, ieder op onze eigen, unieke manier. Zo bouwen wij mee aan de levengevende Energie die zich in alles manifesteert. Zo maken wij de aarde tot een meer bewoonbare plaats voor alle levende wezens en voor al wat is.