Het was een bijzondere zomer, deze coronazomer. Ik kan er geen goed of slecht aan koppelen. Het was een mengeling en overlapping van zovele gevoelens.

Na de eerste periode van weldadige rust die de coronatijd met zich meebracht, kwam ik na een tijd en bij momenten in een soort berusting terecht, waardoor mijn innerlijke dynamiek stil viel. Het was alsof het stilleggen van de normale activiteiten een stilstand in mijn gemoed teweeg bracht. Die stilstand bracht een soort vermoeidheid met zich mee.

Als we geen plannen kunnen maken, hoe moeten we ons dan verhouden tot het leven? Moeten we dan altijd in het hier en nu leven? Maar ligt de toekomst ook niet vervat in het hier en nu? In dromen, in uitkijken naar, in de verwachting van een ontmoeting, van een samenzijn… Het was alsof we geen vat meer hadden op de tijd. En terecht kwamen in een ‘wat doet het er nog toe, plannen maken die misschien toch niet zullen doorgaan. En als ze doorgaan, niet weten of de mensen er wel zullen op ingaan…’.  Het gaf een futloosheid.

Ook het mij verhouden tot de maatregelen vroeg energie. En vooral de communicatie errond was  verwarrend. In hoeverre waren de maatregelen overdreven en angst inducerend? In welke mate behoedden ze ons voor meer onheil? Ik probeerde te midden van de vaak tegenstrijdige, zelfs polariserende berichten, voor mezelf een goede balans te vinden.

Ook het omgaan met mensen die er elk een andere visie op nahielden, en het telkens aftasten wat kon en niet kon, weerhield mij voor een deel mij van mijn spontaneïteit.

Ik miste ook de overgangen die punten in het leven markeren. Vanaf half maart werden we stil gelegd. Het verschil tussen werken en vakantie werd uitgeveegd, zelfs tussen weekdagen en weekends.  De tijd werd flou, zonder afbakeningen.

Ik zag het ook bij de kleinkinderen. Ze waren met 2 die afscheid namen van de lagere school. Ze keken uit naar de overgangsrituelen. Het feestje met de klas, samen kamperen, afscheid nemen van de lagere schooltijd en zich klaarmaken voor de overgang naar een nieuwe levensfase. We zouden ook 4 communies of lentefeesten hebben. Niets daarvan. En zo’n dingen zijn voor altijd verloren, die kan je niet ‘inhalen’. De eerste grote reis van mijn oudste kleindochter die niet doorging…

Ik vraag mij af wat dat met de kinderen zal doen, deze coronatijd.

Hoe de angst, de onveiligheid van het leven, de onzekerheid over wat komen zal, de weinige contacten die ze mochten hebben en de afstand die ze van elkaar moesten bewaren, gaan doorwerken. Hoe werkt dit alles in zieltjes die nog helemaal ontvankelijk zijn?

Ik merkte ook dat het ‘meer op mijzelf aangewezen zijn’ mij dieper deed zakken in mijn gevoelens en de daarmee gepaard gaande inzichten. Het bracht met zich mee dat wat onderhuids leefde, meer  naar de oppervlakte kwam. Er was een kracht, een felheid, in mij die schoon schip wilde maken met wat op ongelijkwaardigheid en macht is gebaseerd. Een verlangen naar gelijkwaardigheid en waarheid kwam sterk naar boven.

Die inzichten waren er reeds voor corona. Maar door de routine van de gewone dagelijkse bezigheden werden ze vaak overdekt. Het was alsof de vrijgekomen ruimte nu de daadkracht creëerde om de inzichten in het concrete leven te brengen.

Dit gaat gepaard met conflict en pijn, maar het is – en dat besef je soms maar na een tijd – een bevrijdende pijn. Vaak voelen we immers al lang wat scheef is, of niet juist.

Als we het leven in overeenstemming brengen met wat we innerlijk aanvoelen, dan is dit her-stellend.  En in de mate dat we onszelf herstellen, wat eigenlijk hetzelfde is als helen, kunnen we meer echtheid en liefde in de wereld brengen.

Het is een hoopgevende beweging.

De woorden die ik maanden geleden schreef voor de inleidende tekst van de Inspiratiedagen kwamen mij opnieuw voor de geest:

‘De weg naar verandering zal er één van liefde zijn. Het is een weg die niet zonder slag of stoot kan gerealiseerd worden. Op deze weg liggen conflicten gezaaid waar we door zullen moeten gaan. Omgaan met verschillen is moeilijk en houdt tegelijk een kans in. Zeggen wat je te zeggen hebt, doen wat je te doen hebt, zijn nodige en krachtige uitdagingen, zowel persoonlijk als maatschappelijk’.

Eén van de dingen waar ik mij gedurende de voorbije tijd gelukkig en dankbaar om heb gevoeld, is het feit dat La Verna levendig is gebleven. We hadden bijv. heerlijke ‘wabi sabi’-dagen (je kan verderop in dit nummer reflecties lezen), en een vitaliserende reis naar Savita in Winterberg (Duitsland). Het waren dagen waarop we ons met de natuur (zowel buiten als onze eigen natuur) verbonden. Dat geeft energie, je voelt het stromen. Ook de andere ontmoetingen en activiteiten in La Verna waren leven-gevend.

Wat ik in deze periode ook als heel bijzonder ervaar en waardeer is de kracht van de digitale verbinding. Dit tijdschrift samenstellen gebeurt voor het grootste deel achter, of liever voor, de computer. Mensen schrijven teksten, sturen ze door, ze worden met belangstelling over en weer gelezen, Kathleen en ik zoeken passende afbeeldingen, en zo komen we tot een resultaat waar we blij mee zijn. Het is creatief werk. En vooral het is verbindend.

Ik ervaar het als een groot geschenk dat we van thuis uit op die manier in verbinding kunnen zijn met zoveel mensen, met jullie. Het is als bouwen aan een netwerk, aan een collectief ‘WIJ’.

De teksten, de lezersbrieven, jullie reflecties, de inhoud van de workshops, … blijven bewustzijnsverruimend en -versterkend. Jullie kloppende hart dat doorheen de teksten voelbaar is, helpen mij om in verbinding te blijven met mijn kloppend hart en dat van de samenleving. Er worden werelden geopend die de blik verruimen en ons verbinden met de kracht van de tijd waarin we leven. Dat geeft mij hoop.

We staan voor grote crisissen die tegelijk uitdagingen zijn: het klimaat met het probleem van de droogte,  corona, migratie, eerlijke kansen voor iedereen… Door zaadjes te strooien kunnen we, wat door mensen individueel wordt aangevoeld, samenbrengen en kunnen we ons collectief bewustzijn naar een hogere trilling brengen. 

Voor dit tijdschrift kropen weer heel wat mensen in hun pen. We hopen dat de teksten jou zullen inspireren.

De lezing ‘Lieve Hemel’ kan je bij een, misschien tot nu toe, ongekende wereld brengen. De lezing over het watermantijdperk zal je inzicht geven in de overgangstijd waarin we leven.

De workshops kunnen je dichter bij jezelf brengen.

En er zijn de Inspiratiedagen waarop ik je heel hartelijk uitnodig. De thema’s zullen ons op weg zetten om bij te dragen aan een wereld van liefde. En is dit niet een groot geschenk dat we aan onszelf kunnen geven?

Met groeten vanuit het hart,

Kristin