screen-shot-2018-06-23-at-12-21-32Viering oktober 2017
Liesbet Burvenich

Liesbet schreef als aankondiging voor deze maandelijkse ‘cirkel in verbondenheid’: ‘We namen tijd om er drie maanden tussenuit te knijpen, naar de zon, met elkaar. Jef, onze drie kinderen en ik. Ik ga op reis en neem mee: een ticket naar Bangkok, de reservatie voor onze eerste drie nachten in een hotelletje in Kanchanaburi en het vertrouwen dat de rest van de reis zich wel zou ontvouwen. Wat het is geworden, wat er nog overblijft van dat avontuur in ons leven en hier thuis: daarover kom ik graag getuigen.’

‘Maar wat gaan jullie daar dóen, zo 3 maanden?!’ werd ons wel eens gevraagd, door mensen die dat rare idee van ons niet leken te begrijpen… Het idee was eigenlijk al een plan geworden: de vliegtickets waren geboekt en de regelingen waren getroffen om ons voor die periode vrij te stellen van onze Belgische dagtaken. Verder niks. En dat vonden wij prima. Toen hebben we toch in een opwelling van kleine paniek voor het onbekende 3 nachten geboekt, in een guesthouse buiten Bangkok, inclusief transfer. Goed voor de gemoedsrust…

En voor een uitgerust lichaam en hoofd. Dat bekomen van de jetlag was een goed idee. Want ons tijdsbesef werd helemaal overhoop gehaald tijdens de lange vlucht naar het beloofde land, met lange wachttijden in transitzone. Maar los van dat alles voelde het heerlijk.

Onderweg. Zijn. Samen.

Enkel bijhebben wat je echt nodig hebt (of denkt nodig te zullen hebben).
Geen ballast. Geen extra’s die je organisatietalent uitdagen. Weinig bijhebben geeft overzicht, maakt je hoofd vrij en je systeem ontvankelijker voor wat rond je is en op je weg komt… We doen dat al langer, in ons huis en in ons leven. Ontrommelen, ont-spullen. Maar het werd daar weer bevestigd hoe rijk en blij je wordt van minder te hebben. Het geeft meer tijd en ruimte om dingen te doen, te ondernemen, te mijmeren, te niksen. Het geeft ons meer keuzevrijheid in hoe we onze tijd invullen.
Zo nu en dan overvalt ons hier thuis weer het gevoel van ‘te veel’ en zoeken we via eliminatie naar wat op dat moment ‘genoeg’ is. Een eeuwig dynamisch evenwicht.
Net genoeg kleren in de kast, bijvoorbeeld, om de week door te komen. Liever minder kledingstukken die we vaker wassen, dan meer kledingstukken die stapels was vormen (vuile of op te vouwen propere) en de TO DO-druk in een huishouden opdrijven.
Of net genoeg speelgoed en boeken, om de verveling tegen te gaan tijdens 3 maanden ‘vrije tijd’…
Het handje-vol lego/playmobil en de slaapknuffels die we als reisgezel voor de kinderen meenamen zijn tijdens de eerste weken zo’n 4 keer bovengehaald. Nadien bleven ze in de valies. Er was altijd zoveel te doen… En de verveling, die lieten we gewoon zijn gang gaan, die wees de kinderen telkens opnieuw de weg naar nieuwe ideetjes, avonturen, spelletjes, vriendjes… We zijn nu consequent pro-verveling en lassen hier thuis expres lege dagen in, om de verveling speling te geven, ons hoofd vrij te maken en nieuwe dingen te creëren.

We speelden al eens een spelletje op de telefoon, luisterden naar muziek (leve spotify!), lazen een boek voor, vertelden verhalen. Uitgelezen boeken ruilden we in de huisbibliotheekjes voor andere exemplaren die daar op hun beurt werden achtergelaten door de vorige lezer.
De 3 maanden ‘vrije tijd’ werden uiteraard niet continu vrij ingevuld. Af en toe móest er ook wel eens iets. Het plannen van de volgende halte op onze reisroute, bijvoorbeeld. Een vliegtuig, bus of trein reserveren. Het opvolgen en betalen van de rekeningen die ons vanuit België trouw werden doorgestuurd. En het huiswerk…

Het huiswerk dat onze twee jongens (Bas, toen 3de leerjaar, en Jean, toen 2de leerjaar) wekelijks bij elkaar penden. De huiswerkdruk, die ik de eerste 2 weken zowat zelf op mijn schouders nam en trachtte te delegeren naar hen toe, kwam toen regelmatig, frustratiegewijs, als een boomerang terug op mijn bord terecht…
Dus besloten we het over een andere boeg te gooien: de wekelijkse planning in eigen regie. Die trouwens een onverhoopt succes werd, waar we heel fier op zijn… Elke dinsdag werden de oefeningen van de komende week aangevoerd (omdat die van Bas dan pas via de klasblog te vinden waren), en planden Bas en Jean die zelfstandig in. De ene dag roosterden ze zichzelf vrij, de andere dag was het zwoegen om zich door te geplande oefeningen heen te worstelen, en nog een andere dag was de klus in een wip geklaard. Jean ontdekte dat hij, als hij de eerste dagen goed doorwerkte, aan het einde van de week een aantal dagen vrijaf had.
Bas besliste gaandeweg om alles goed te spreiden zodat de planning haalbaar bleef, en werkte na verloop van tijd steevast ’s ochtends flink door, nog voor het ontbijt, omdat hij voelde dat hij dan de grootste voorraad concentratie had.
Sommige huiswerkmomenten werden strategisch gekozen in functie van de dagactiviteiten of de (soms lange) verplaatsingen. Zo leerden we bijvoorbeeld dat lange busritten zich prima lenen tot het maken van sommen, maaltafel-spelletjes en vraagstukken, en dat huiswerk maken in een cafeetje of restaurantje bij een lekkere thee of fruitshake ook best gezellig kan zijn…
Het ging met vallen en opstaan, met tranen en frustraties soms, maar onze jongens hadden onze hulp naar het einde toe steeds minder nodig en klaarden elke week trouw de huiswerkklus. Met grote trots, die de vorm kreeg van een reuzestrik rond de stapel papieren, hebben ze na de paasvakantie hun huzarenstuk aan de meesters op school afgegeven.

We sliepen bijna altijd met 5 op 1 kamer, en waren dus 24 uur op 24 uur samen. Overdag waren we veel buiten, maar de oppervlakte waarop we leefden in onze rustmomenten was erg klein, en de privacy quasi onbestaande. Op voorhand hadden we ons wel afgevraagd wat dat zou geven, of we mekaar niet te snel beu zouden geraken, of we ons niet te veel zouden gaan ergeren aan mekaar, wij 5 als gezin, maar ook Jef en ikzelf, als koppel…
Ik spreek nu voor mezelf, maar het zo intens, zo lang samenzijn heeft me verrassend weinig gestoord. Natuurlijk waren er wel eens spanningen en ruzies, zoals we die hier in België ook hebben. Maar blijkbaar kunnen we dat vrij goed, gewoon samenzijn, samenleven, samen openstaan voor wat er op ons afkomt, samen bepalen waar we aan toe zijn op onze route en in functie van die nood een nieuwe tussenstop bepalen… Ik vond het, eens terug thuis, zelfs weer heel vreemd om zo veel ruimte te hebben en ’s nachts zo ver van de kinderen te zijn. Om elk naar ons werk te gaan, en de kinderen naar school, en mekaar zo weinig te zien op een dag… Ik heb ze in het begin heel erg gemist. Nu ben ik het weer wat meer gewend. Zo gaat dat.

Jef en ik gingen daar op reis mee in rustmodus op het moment dat de kinderen gingen slapen, lazen nog iets of babbelden nog een beetje. Na een zestal weken voelde ik me plots zelfs uitgeslapen, iets wat ik niet meer gevoeld had sinds we kinderen kregen. Ik had eerlijk gezegd ook niet meer durven hopen dat die dag nog eens zou aanbreken. Het is een fantastisch gevoel.

Het was daar vrij vroeg donker, en de zon stond al hoog toen we wakker werden. Ontwaken en gaan slapen op het ritme van de zon… Ik heb het er hier de laatste dagen weer wat moeilijk mee, met het concept van ‘opstaan voor dag en dauw’. De kinderen uit bed peuteren als het buiten nog donker is, wat een gruweldaad. Wie heeft dat eigenlijk uitgevonden, dat scholen om half negen moeten beginnen? In de zomer vind ik dat prima, dan is er licht en warmte die je uit bed lokken. Maar in de winter… Ik zou wel te vinden zijn voor een systeem waarbij we de zonne-uren volgen. Of gewoon voor een winterslaap… wat deze reis, in de donkerste maanden van het jaar, ook wel een beetje was…
Sinds we terug zijn bewaak in mijn kostbare slaap- en recuperatietijd als een leeuwin. Rond negen uur gaat mijn telefoon op vliegtuigstand en rond half tien ga ik naar boven. Daar sta ik nog wat op mijn hoofd, en andere yogatoestanden, en soms lees ik nadien nog wat maar meestal val ik als een blok in slaap.

Het intense samenzijn met ons gezin heeft ons als volwassenen ook geconfronteerd met onze eigen digitale gewoontes. ‘Mogen we een spelletje spelen? Mogen we een filmpje kijken?’ Soms kon dat, soms niet. We zochten een wankel evenwicht. Zeiden we nee, dan kwam er luid protest. ‘En jullie mogen wel op jullie telefoon’. En gelijk hadden ze. We voerden dan democratisch gezamenlijke schermtijden in, en probeerden samen te bepalen wat net genoeg was, en net te veel. En waarom dat zo was. Hoe we dat konden voelen, merken. En bijsturen. We ontdekten samen bepaalde apps en leerspelletjes, keken samen een film, skypten met het thuisfront, maakten foto’s en filmpjes, sorteerden en bewerkten foto’s en filmpjes, luisterden naar muziek en dansten.
Dat doen we thuis samen nu ook veel meer dan vroeger: samen kiezen voor zinvolle schermtijd. En zinvolle schermtijd kan ook best eens een gewoon spelletje subway-surfers of pokemon-Go zijn. Ik ben nu minder stug en rigide daarin, en heb meer vertrouwen. Omdat ik weet dat de kinderen nu ook beter begrijpen dat je je tijd zinvol invult als je bewust kiest. Zelfs al kies je even voor iets luchtigers. Kiezen voor niksen kan even zinvol zijn als kiezen voor productief zijn. Ik heb in het algemeen meer vertrouwen gekregen in het zelfstandig functioneren van onze kinderen.

Naast de slaap- en digitale gewoontes, veranderden ook onze voedingsgewoontes grondig in die 3 maanden. Ik heb nooit echt beseft hoe belangrijk ik lekker en gezond eten vind. Maar als je even een paar maanden zonder keuken zit en afhankelijk bent van het voedsel dat daar voor jou wordt klaargemaakt, en dat eten is niet lekker of niet gevarieerd of gewoon niet uw goesting, dan werkt dat dus ongelofelijk op mijn humeur. Gelukkig viel het daar meestal reuze mee. De eerste maand in Thaïland hebben we lekker gegeten, vers, wel vaak gesuikerd maar daar konden we op de duur wel over onderhandelen met de koks van dienst. Pancakes als ontbijt, Pad Thai, Massaman Curry, Panang curry, mango sticky rice, … Het eten wordt er op straat vers gemaakt, is heel goedkoop en heel voedzaam. Soms, op de meer toeristische plaatsen, kan je Westerse dingen bestellen en dan is het even feest. Dan deden we ons uitzonderlijk eens te goed aan een spaghetti of frietjes. Die uiteraard niet zo lekker smaken als hier bij ons, maar daar wel een fantastische variatie waren op de eindeloze, maar smaakvolle, rijst en groentjes en eieren, eieren, eieren. Vers fruit, fruitshakes, kokosnoten. We missen het hier nog elke dag.

Hoewel we zoveel en zo intens samen waren, is het ons vreemd genoeg toch ontgaan dat Suzan (onze jongste dochter van 5) langzaamaan vermagerd was. We aten altijd samen en bestelden meestal een aantal gerechten die we deelden. ‘We’re gonna share’ was een zinnetje dat de kinderen heel snel kenden. Suzan at dan wat mee, maar we hadden nooit echt zicht op wat ze at. Ze zei ‘kies maar iets, ik zal wat met jullie meeeten.’ Nadat ze ook eens twee dagen buikgriep had gehad, werd me duidelijk dat haar onderbroekjes slobberden en dat ze wat meer ingevallen kaakjes had dan anders. Gelukkig waren er de kokosnoten, en lieten we haar elke dag een kokosnoot eten en drinken, wat ze gelukkig zalig vond. Het voedzame vruchtvlees en de het rijke kokoswater, samen met de eiwitrijke gebakken tempeh, hebben haar weer aangesterkt.

Mijn lichaam heeft enorm veel deugd gehad van 3 maanden eens geen brood en bijna geen koemelk te gebruiken, veel te slapen en op een langzamer tempo te leven. Ik was fysiek heel moe en in november 2016, na een bloedonderzoek, bleek ik uitgeputte bijnieren te hebben. Een typisch klinisch beeld van een ploetermoeder die zichzelf achterna holt om alles in haar leven rond te krijgen, met weinig slaap en in een jachtige maatschappij. Ik heb in aanloop daarnaartoe nooit beseft dat ik mezelf te kort deed. Dat ik met permanente stress liep, en dat dit me langzaamaan uitputte. Ik dacht dat ik het wel allemaal aankon en behoorlijk balanceerde… Ik kon alleen elke dag minder lawaai en prikkels van de kinderen aan, en reageerde regelmatig boos en kort. Ook heb ik in die periode vrij abrupt mijn bijberoep als lifecoach stopgezet, nu 2,5 jaar geleden. Ik voelde dat de combinatie met mijn deeltijdse job als leerkracht en mijn mama-zijn niet haalbaar bleef. Ik heb dat allemaal intuïtief gedaan. En gelukkig. Ik zie nu, retrospectief, dat dat klopte en de beste keuze was die ik op dat moment kon maken. Mijn lijf voelt dat, en mijn lijf liegt nooit. Hoewel mijn verstand daar vaak vanalles tegen in tracht te brengen… interessante conversaties zijn dat dan, tussen mijn lijf en mijn hoofd.

Ik wil niet meer in een dergelijke toestand terechtkomen. Ik besef dat dit heel moeilijk is, in een wereld en samenleving die gericht is op productie en output, waar alles gebaseerd is op strakke planningen en resultaten. Ik ben zelf een product van dat prestatie-gerichte opvoedingssysteem. Dat heb ik heel hard gemerkt de eerste weken op reis. Ik heb meer dan 5 weken nodig gehad, op reis, om het idee ‘productief te willen zijn’ los te laten. Je kan dat ook duidelijk zien op de foto’s. Pas vanaf dan zie ik er iets ontspannener uit, minder bleek, minder wallen. Tot op dat moment (we waren toen eens 8 dagen op dezelfde plek gebleven) heb ik geworsteld met het idee: schrijf toch dingen op. Of maak een blog. Dit is een unieke ervaring. Doe daar toch iets mee. Dat het niet voor niets is, dat ge er het maximale uithaalt, … Ik heb dat idee gelukkig kunnen loslaten, en het lummelen, rondhangen, niks doen en genieten werd opgewaardeerd en gewoon schaamteloos gedaan.
Door dan trager te beginnen reizen, door langer op een bepaalde plek te blijven, intuïtief te bepalen wanneer het tijd is om te vertrekken, en je niet te laten opjagen door wat je nog zou moeten zien of zou moeten doen, komt er meer ruimte vrij. Ook voor ontmoetingen met anderen. We hebben zoveel inspirerende mensen ontmoet. Dat doet deugd. Dat geeft vertrouwen in het leven en in de wereld. We zijn echt onze neus achterna gereisd. Ik ben heel blij dat we dat gedurfd hebben!

Dat we TIJD anders zijn gaan beleven werd heel duidelijk toen een vriendin van ons ons de laatste twee weken kwam vervoegen. Haar kostbare 2 weken moesten zinvol worden ingevuld, interpreteerden wij. Moesten de transfer en jetlag waard zijn. Dachten wij. Dus werd er vanalles op het programma gezet, aan een tempo dat wij op dat moment eigenlijk niet meer gewend waren. Wij hadden het met momenten lastig met die snelheid en de volle dagplanning, die we toen weer achternaholden. Zij heeft ongetwijfeld geworsteld met onze tergende traagheid en treuzelgewoontes… Het contrast was heel groot, en die confrontatie met de wereld die ons weer te wachten stond bij onze thuiskomst was intens, interessant en overweldigend.

Ik worstel momenteel met dat gegeven. Dat we in onze samenleving te weinig tijd nemen. Om te zijn. En kinderen te weinig tijd krijgen. Om te zijn. De maatschappij is te eenzijdig in productiviteitsmodus. Het is volgens mij geen toeval dat zoveel mensen uitvallen met burn-out of depressie. Het evenwicht is zoek. Ik droom ervan om mijn kinderen naar een secundaire school te kunnen sturen waarin men het gegeven ’tijd nemen’, en de sociale vaardigheden die erbij horen centraal durft te zetten. Het ont-moeten, praten, worstelen, uitwisselen, kunnen luisteren, willen begrijpen, mogen voelen. En genieten, van warmte, van verbondenheid, van spelen en niksen, van willen leren en groeien. En de vakken en vakinhouden daarop ent. In plaats van omgekeerd. Waar aan jongeren wordt aangeleerd dat alles valt of staat met evenwicht. En dat je niet alleen bent wat je meetbaar presteert. Misschien is dit wel mijn volgende missie…

Ik besef dat een avontuur als het onze niet iedereen gegeven is, dat we gelukzakken zijn die de mogelijkheden hebben om iets dergelijks te ondernemen… dat dat luxe is. De essentie van deze reis waren niet de plekken waar we geweest zijn, noch wat we gedaan hebben, gegeten hebben, wie we ontmoet hebben. De essentie is dát we samen op pad zijn geweest, en ons helemaal hebben kunnen openstellen voor wat het leven ons op dat moment aanreikte, voor wie of wat we tegenkwamen, voor wat we konden leren van en met elkaar. Doordat we tijd hadden. Tijd namen. Om samen. Te zijn.
Ik ben heel dankbaar dat ik mijn energie en evenwicht opnieuw gevonden heb, en dat ik mijn man en mijn kinderen zo dichtbij, zo puur, zo voluit heb mogen beleven. Ik zie ze nu nog steeds anders, intenser. En ik wil elke dag tijd blijven maken om mijzelf en hen, en alle mensen die ik graag zie, de aandacht te geven die ik ze wil geven. Het is een grote uitdaging. En een groot cadeau.