beatrice hubenéIn 2012 kwam ik voor het eerst in contact met de beweging La Verna dankzij een vriendin die mij ertoe aanzette om eens naar een viering te komen, nadat ik een depressieve periode had doorgemaakt. Ik kon algauw aanvoelen dat ik daar en op dat moment op de juiste plek was beland om op zoek te gaan naar zingeving in mijn leven, samen met anderen.

Geboren in een doorsnee burgerfamilie groeide ik op als oudste van vijf kinderen. Mijn vader was advocaat en mijn moeder huismoeder. Allebei waren zij de hele dag druk bezig. Mijn vader werkte hard om ons zoveel mogelijk materieel comfort te verschaffen en een intellectuele en culturele bagage mee te geven. Mijn moeder zorgde voor de vijf kinderen en had de handen vol met alle huishoudelijke taken. De gevoelskant kwam weinig of niet ter sprake tijdens onze opvoeding. Mijn ouders hadden dat zelf niet meegekregen en ontwikkeld. In de harde en strenge naoorlogse opvoeding was overleven het belangrijkste en van emotionele en psychische opvolging werd er nog niet gesproken.
Als oudste werd mij aangeleerd om steeds het goede voorbeeld te geven en zo goed mogelijk voor mijn zusjes en broertjes te zorgen. Zo ontwikkelde ik een zeer gewillig, braaf en onderdanig karakter en cijferde ik mij dikwijls weg. Het kind in mij kreeg bijna geen plaats, besefte ik later. Soms miste ik erg de nabijheid van mijn ouders, maar gelukkig kon ik mij als kind optrekken aan één van mijn oma’s die een lieve en gemoedelijke vrouw was. We werden daar dikwijls ‘gedropt’ als moeder het te druk had. De herinnering aan de bezoekjes, uitstappen en reizen die wij met oma deden, zijn me lang bijgebleven.

Toen ik dertien was, verdween oma plots uit mijn leven, na een vernietigende longkanker. Ik belandde in een enorme leegte met veel verdriet, angst en pijn. Het was een wonde die moeilijk te helen viel. Zonder dat ik het besefte, was mijn oma in feite mijn tweede moeder geweest en na haar dood verloor ik elk houvast. Ik kon er met niemand over spreken en zelfs mijn eigen ouders begrepen mij helemaal niet. Ik belandde in een soort niemandsland en kwetsbaar en gevoelig als ik was, dacht ik op bepaalde momenten dat ik die klap nooit zou te boven komen. Deze gebeurtenis zou diep inwerken in mijn zoektocht naar volwassenheid en een impact hebben op mijn verdere leven. Rond mijn achttiende begon ik ook veel problemen te krijgen met mijn gezondheid, na het opkomen van de ziekte epilepsie.

Toen ik na een aantal jaren op invaliditeit werd gesteld, zocht ik vervulling in vrijwilligerswerk. Waar ik mij aanbood, werd ik dikwijls met open armen ontvangen. Maar ik kende mijn grenzen niet en liet me regelmatig uitbuiten; ik wilde me vooral nuttig kunnen voelen. Moedig bleef ik steeds verder doen in een soort strijd van ‘vallen en opstaan’. In die tijd konden alleen muziek beluisteren en in de natuur zijn – twee hulpmiddelen die mij door mijn beide ouders waren bijgebracht – mij enige troost brengen. Ook was ik in die periode veel bezig met het ontdekken van allerlei spirituele theorieën en volgde ik veel cursussen. Dat gaf mij een gevoel van dichter bij de waarheid te komen, maar in feite bracht het mij nog verder van mezelf en belandde ik dikwijls in zweverige, onnatuurlijke toestanden die mij als het ware wegtrokken uit mijn aardse bestaan en zijn. Ik was dikwijls alleen in stilte en leefde teruggetrokken. Het was heel beangstigend, maar toch kon ik mij elke keer weer oprichten, onder andere door veel te lezen. Uit die periode herinner ik mij een gedicht van Ad Goos, dat ik lang bij me heb gedragen. 

Leeuwerik

De leeuwerik
die hoog aan de hemel zong
stortte plotseling
neer.
Even
leek alles
verloren,
toen
begon hij
opnieuw.

Tijdens een zware depressie in 2012, waarin ik de zin van mijn bestaan helemaal niet meer kon zien en het vrijwilligerswerk bijna volledig had vaarwel gezegd, begon ik naar aanleiding van psychotherapie en het volgen van bepaalde cursussen te ontdekken dat er toch wat hoop op innerlijke genezing zou kunnen bestaan. Het is in die periode dat ik La Verna en de vele activiteiten en workshops die daar konden worden gevolgd, heb ontdekt. Ik voelde me vrij snel verbonden met mensen die ook op zoek waren naar spiritualiteit en diepere zingeving in hun leven. Dit heeft bijgedragen tot mijn verdere groeiproces. Stilaan ontdekte ik mezelf als een unieke, zelfbewuste en volwassen vrouw en begon ik in te zien – aan de hand van de vele verschillende ontmoetingen tijdens de activiteiten – dat ook ik mocht bestaan, leven en genieten. Ik leerde kijken naar mijn kwetsbaarheid, mijn duistere en verborgen kanten, maar ook naar mijn mooie kanten en talenten. Vernemen en voelen dat ook andere mensen het moeilijk kunnen hebben en worstelen met bepaalde problemen in hun leven, gaf mij de moed om naar mijn ware ik te durven kijken met meer begrip, mededogen en liefde. Het geeft mij een warm gevoel te merken dat ik nu beter met mezelf en ook met anderen kan omgaan.

Het is weliswaar een lange, trage en eenzame weg geweest. Maar door het blijven durven geloven dat het eens beter kon worden en dat ik toch ooit wat licht zou kunnen ontdekken aan het einde van de tunnel, ervaar ik het leven nu als vrijer, rijker en met meer licht.
Mijn levenstaak is zeker nog niet volbracht. Ik blijf nog altijd vallen en opstaan (fysiek gelukkig minder) en wil voldoende aandacht blijven geven aan het aanvaarden van mezelf en het vinden en behouden van een evenwicht. Leven vanuit mijn hart en minder vanuit mijn verstand is een belangrijke boodschap voor mij. Ook tracht ik elke dag met zijn talrijke gebeurtenissen en waardevolle, rijke ervaringen als een geschenk te beleven. Ik probeer ervan te genieten en dingen in mij op te nemen. En ook al struikel ik eens of zijn er wat moeilijkere momenten, ik weet dat ik er niet alleen voor sta en dat ik op steun en aanmoediging kan rekenen, onder andere van mijn vrienden in La Verna.

Intussen ben ik ook wat vrijwilligerswerk gaan doen bij La Verna, heel voorzichtig en met mate, na de veelvuldige en pijnlijke ervaringen van vroeger. Zo doe ik af en toe het onthaal in het La Verna-huis, een taak die ik als boeiend en aangenaam ervaar, zeker als ik weet in welke geest La Verna werkt en zich wenst uit te breiden. Het sociale aspect van dit werk spreekt mij ook aan, zoals ik het in vroeger en ander vrijwilligerswerk al heb kunnen ervaren.

Bedankt Kristin dat je zo’n mooie beweging in het leven hebt geroepen en zoveel mensen kan samenbrengen om van elkaar te leren hoe we ons unieke zijn kunnen ontplooien.

Ik zou graag eindigen met het mooie gedicht ‘De waterlelie’ van Frederik van Eeden, omdat ik mezelf hierin kan terugvinden. Mijmerend over mijn leven voel ik mij een beetje als een waterlelie, stil en in vrede en ook bewegend en vrij in het universum, waar ook ik deel van uitmaak.

De waterlelie 

Ik heb de witte waterlelie lief,
daar die zo blank is en zo stil haar kroon
uitplooit in ‘t licht. 

Rijzend uit donker-koele vijvergrond
heeft zij het licht gevonden en ontsloot
toen blij het gouden hart.

Nu rust zij peinzend op het watervlak
en wenst niet meer… 

Frederik van Eeden