Greet Cox Viering
15 juni 2014

Goedemorgen allemaal.
Hoe is het met jullie?

‘Hoe is het met jou?’ Het is een bekende vraag, niet? Een vraag die regelmatig aan ons wordt gesteld. Wat mij betreft, ik heb er een grondige hekel aan. Niet zozeer om de vraag zelf, maar wel om het pasklare antwoord dat we erop hebben. Meestal antwoord ik ‘ça va’ om ervan af te zijn. Maar soms heb ik goesting om te zeggen: “Heb je even tijd? Laten we gaan zitten, dan vertel ik je hoe het écht met me gaat.”
Wellicht is dit herkenbaar voor velen. En toch doen we het niet: tijd nemen om echt te zeggen hoe het met ons gaat. Vandaag wil ik dat wel doen.

Ik wil het vandaag met jullie hebben over kracht en kwetsbaarheid. In onze maatschappij rust er een taboe op kwetsbaar zijn. Kwetsbaarheid wordt maar al te vaak onder de mat geveegd, want we willen positief én sterk zijn en vooral zo overkomen bij anderen.
Ik neem jullie mee naar een stukje uit mijn eigen verhaal.
Tot zo’n zes jaar geleden was ik geen fan van kwetsbaarheid. Kwetsbare momenten waren er uiteraard in mijn leven, maar ik moffelde ze zo snel mogelijk weg. Ik was een sterke en zelfstandige vrouw en dat wilde ik uitstralen. Het lukte aardig. Tot er iets gebeurde… Iets waardoor ik zodanig werd geconfronteerd met mijn kwetsbaarheid dat ik er niet meer omheen kon…

Het was november 2007 en ik was 37. Onverwacht werd ik zwanger. Nochtans had ik me moeten neerleggen bij een leven zonder kinderen.
Het nieuwe leven in mij maakte zeer veel wakker. Verrassing, blijdschap, verwondering, … dus toch moeder worden!
Een paar weken later kreeg ik hevige buikpijn. De gynaecoloog stelde nog diezelfde dag een diagnose: een zwangerschap buiten de baarmoeder. ’s Avonds werd ik geopereerd.   “Vroeger zou dit je dood geweest zijn,” zei de anesthesist me vlak voor de narcose. De eileider waarin het vruchtje was blijven steken, werd verwijderd. Op die manier werd een fatale inwendige bloeding vermeden.
Twee weken later ging ik weer werken. Het was een drukke periode op het werk, we waren bezig met een internationale fusie. Ik nam de draad weer op, maar het was moeilijk. Er was geen ruimte voor wat er werkelijk in me omging. Met de dag werd ik vermoeider en vermoeider.

Eigenlijk klopte dit niet, en… het leven stak me een handje toe!
Ik gleed uit op de trap. Een banale misstap op de onderste trede veroorzaakte een complexe enkelbreuk met een jaar revalideren ‘cadeau’. Ineens had ik alle tijd van de wereld om te voelen. Na de operatie en de ziekenhuisopname herstelde ik verder in een ‘thuiszorgbed’ in onze woonkamer. Ik lag voor het raam met uitzicht op de tuin.

Na een strenge winter kwam voorzichtig de lente. Ik had zeeën van tijd om het ontwaken van nieuw leven tot in detail te observeren. Dat betekende veel voor mij.
Winter, zomer, donker, licht, dag, nacht, … Ook het leven is zo: eb en vloed. Nu, zoveel jaar later, kan ik het zeggen én voelen in iedere vezel van mijn lijf.
Ik zie dat vele mensen zich naar de buitenwereld toe sterk voordoen, maar dat er zich in hun binnenste soms iets heel anders afspeelt. Kijk naar de sociale media. Facebook, wat betekent dat eigenlijk? Je status neerschrijven? Meestal verschijnen er blije en leuke berichten. Maar er komt weinig tevoorschijn over die andere kant: wanneer iets niet lukt, wanneer het tegen zit, wanneer het leven ons op de proef stelt. Zo’n zaken worden niet gemakkelijk gedeeld.
Die kant blijft voor de buitenwereld vaak verborgen.

Het doet me denken aan de dood van Yasmine op 25 juni 2009. Haar zelfdoding heeft mij en vele mensen geraakt. Een spontane, knappe, enthousiaste dame die de kijkers meenam. Ik vond het steeds een plezier om haar aan het werk te zien. En tegelijkertijd bracht ze ook de andere kant. In haar nummer ‘Porselein’ zingt ze: “In het diepst van mijn ziel ben ik eenzaam en fragiel, maar ik staar het leven aan als een winnaar.” Ze vat in één zin samen waar het eigenlijk over gaat. De winnaarskant komt naar buiten, de broze kant blijft veilig binnen zitten…
Ik heb zelf lang zo gefunctioneerd: enkel mijn winnaarskant kwam naar buiten. De broze kant zat opgesloten in mezelf. Lange tijd was ik me er niet van bewust. Wij Vlamingen zijn niet zo sterk in het uitdrukken van onze gevoelens. Werken en voortdoen is eerder ons motto dan stilstaan en spreken. Is het dan zo gek dat we meer en meer geconfronteerd worden met burn‐outs? Hoe kan je je energie behouden als je altijd maar voort wil en geen rekening houdt met je aandachtspunten? Dat is zoals blijven rijden met een auto waarin de rode lichtjes al weken branden. Na een tijdje valt die auto stil, is er geen beweging meer in te krijgen en zijn de kosten navenant. Zo is dat ook met een burn‐out.
Het is pertinent aanwezig in het nieuws de laatste tijd: België heeft één van de hoogste zelfmoordcijfers in Europa. Een op vier mensen vertoont tekens van een burn‐out. Velen vallen uit met een depressie. Het valt niet meer te ontkennen. Gelukkig komt er stilaan en schoorvoetend verandering.

Voormalig internationaal profvoetballer Fernando Ricksen heeft ALS, een levensbedreigende spierziekte. Dat werd bekend eind oktober vorig jaar in een uitzending van ‘De Wereld Draait Door’. Ricksen gaf in de uitzending een toelichting op zijn biografie, getiteld ‘Vechtlust’. Toen Matthijs van Nieuwkerk vroeg waarom hij zo langzaam sprak, werd het Fernando te veel. Hij zei dat recent bij hem ALS werd geconstateerd.
De dagen na de uitzending kwamen er ongelooflijk veel steun‐ en dankbetuigingen voor Fernando. Spandoeken doken op in de voetbalstadions van Fortuna Sittard, Zenith Sint‐ Petersburg en Glasgow Rangers, waar hij vroeger voetbalde. Je zag staande ovaties van supporters op de tribunes. Er volgden ontzettend veel tweets, facebookberichten en mails. Fernando was ontroerd door al die reacties en liet weten dat zijn tranen deze keer van een heel andere orde waren dan tijdens de uitzending.
Kwetsbaarheid die ontvangen wordt, maakt verbinding, zelfs tussen een voetballer en zijn supporters. Kwetsbaarheid doet liefde tussen mensen groeien.

Saskia Van Uffelen, CEO van Bull België, kreeg eind augustus vorig jaar een telefoontje dat haar aan de grond nagelde. Eén van haar werknemers overleed op weg naar het werk. De 3 man was nog geen veertig en zijn hart begaf het door de werkstress. Saskia gooide het roer totaal om. Ze besefte dat het niet meer werkt om een bedrijf met vele medewerkers puur te leiden vanuit cijfers. Sindsdien zet Bull België het geluk van werknemers centraal.
Is het niet jammer dat mensen vaak eerst totaal onderuit moeten gaan, vooraleer we iets ondernemen?

Ook ik had lang die angst: angst dat ik in een professionele omgeving als labiel en incompetent zou worden bestempeld, angst om veroordeeld te worden, angst om er niet meer bij te horen, … Ik heb voor mezelf ervaren dat het tegendeel waar is, dat ik aan stabiliteit win als mijn kwetsbaarheid er mag zijn. Want zolang kwetsbaarheid er niet mag zijn, leef je op drijfzand. Je probeert stevigheid op te bouwen en met wat houten pijlers gaat dat tijdelijk, maar écht stevig is het niet. Door het aanvaarden van een aantal verlieservaringen de voorbije jaren ben ik gegroeid als mens tussen mensen. Mijn angst was dat er niets meer van me zou overblijven na al die verlieservaringen. Het tegendeel bleek waar. Ik kwam uit bij mijn bodem. Op die bodem vond ik mijn échte kracht én de stabiliteit om mij af te zetten en naar het licht te zwemmen.
Ik ben aan het leren om licht én duisternis allebei een plaats te geven.

De eerste stap was toelaten. Als je niet gewoon bent om je kwetsbaarheid te tonen dan is het zeer belangrijk dat dit in een voor jou veilige omgeving gebeurt. Ik vond die veilige omgeving in een traject authenticiteit van La Verna. Iedere maand een dag tijd voor mezelf in een vaste groep waar ik kon tonen wat er werkelijk in me omging. Het was soms moeilijk om het diepste van mijn ziel te tonen, toch ging ik telkens met energie naar huis. Vier jaar lang heb ik iedere maand voor zo’n dag gekozen. Telkens deed ik het traject van Baarle‐ Hertog naar Melle bij Gent.
Mijn ogen en mijn hart gingen open. Ik besefte dat er achter ieder – ja achter ieder van ons! – soms iets heel anders omgaat en beweegt dan wat we tonen. Ik leerde hoe kwetsbaarheid heel menselijk is, dat ik niet alleen ben en dat kwetsbaarheid toelaten veel energie vrijmaakt.

De tweede stap was grenzen stellen. Vaak voel ik goed genoeg aan wat mijn grenzen zijn. Ze maken ondertussen deel uit van mijn zelfkennis. En toch ga ik soms over mijn grenzen, zeg ik ja, terwijl het antwoord achteraf eigenlijk neen blijkt te zijn. Soms neem ik er die extra taak toch nog bij, terwijl ik goed voel dat het genoeg is geweest. Soms ga ik ergens naartoe vanuit verplichting, terwijl ik dat eigenlijk niet wil. Soms zwijg ik, terwijl ik eigenlijk iets zou willen zeggen.
Daar word je kwaad van. En kwaadheid is een emotie waar ik zelf een behoorlijk robbertje mee gevochten heb. Komende van ‘ik mag niet kwaad zijn, een boze vrouw is een bitch’, werd ik geleidelijk aan steeds meer overspoeld door boosheid. Tot ik er niet meer omheen kon. Ik besefte: die kwaadheid wil me iets vertellen. Mijn kwaadheid zei iets over hetgeen in verdrukking kwam in mezelf, over talenten die niet aan bod kwamen, over het feit dat ik over mijn grenzen ging, … Ik herken het zeer goed ondertussen. Het begint als een malaise. Het wordt woede als ik de signalen blijf negeren.
Woede wordt vaak negatief bekeken, maar ernaar luisteren, is juist positief. Het is een teken dat je jezelf respecteert. Het is een herstel van je integriteit. Niet met de bedoeling om je kwaadheid oeverloos over anderen uit te strooien, maar wel als signaal om je eigen leven in handen te nemen.

Leiding opnemen kan ook kwetsbaar zijn: in je eigen leven, in een team, in een organisatie, … Hoge bomen vangen nu eenmaal veel wind. En of je nu een leiderstype bent of niet, we kennen allemaal onze intuïtie, ons innerlijk kompas dat de weg wijst. We luisteren er niet altijd naar, maar we hebben het wel.
Ik herinner me wat er gebeurde toen mijn grootvader overleed. De pastoor kwam langs in onze grote familie om de afscheidsviering voor te bereiden. Hij wilde dé standaardviering en was niet bereid er iets persoonlijks van te maken. Voor hem was het de zoveelste begrafenis. Ik voelde de kwaadheid komen. Mijn intuïtie sprak heel sterk: “Awel meneer pastoor, als gij het niet doet, dan doe ik het.” Na een lang gesprek met mijn familie, waarbij we hebben gelachen en geweend, heb ik een tekst gemaakt en die gebracht bij het afscheid. Ik kan tot op de dag van vandaag nog steeds voelen dat dit belangrijk was, voor de familie en voor mij. Mijn sterke intuïtie volgen, was dus de juiste keuze en ik was niet meer kwaad.

Last but not least is er het belang van communicatie. In de eerste plaats communicatie met jezelf: aandacht hebben voor intuïtie, grenzen aanvoelen, boosheid, alle andere emoties waar ik het over had.
Even belangrijk is de communicatie met de buitenwereld. Bij mij zijn binnen‐ en buitenkant lange tijd niet in harmonie geweest en blijft het tot de dag van vandaag een belangrijke uitdaging voor me om eraan te werken.
De dijk die er was tussen innerlijke kwetsbaarheid en uiterlijke kracht is al lang weg, want het leven heeft er een bres in geslagen in 2007. Sindsdien durf ik me meer en meer te tonen zoals ik ben en stromen er steeds meer obstakels weg.
Kwetsbaarheid en kracht zijn voor mij twee kanten van één medaille geworden. Ze horen bij elkaar. Het ene kan niet zonder het andere. Het is precies door mijn kwetsbaarheid te omarmen dat mijn échte kracht zich kan ontwikkelen.
Zes jaar geleden was ik geen fan van kwetsbaarheid. Vandaag ben ik fan van kwetsbaarheid én echte kracht. Want als we de kwetsbaarheid van onszelf en van de ander omarmen, zal de wereld er een pak authentieker en liefdevoller uitzien.