Cirkel van verbondenheid, zondag 21 april 2019

Getuigenis Kristin Vanschoubroek
Pasen: Vreugde. Opstaan. Opnieuw geboren worden.

La Verna ontstond 15 jaar geleden in 2004. Van bij de start waren er de maandelijkse vieringen. De eerste viering van La Verna was, net als vandaag, op Pasen. Pasen is een prachtig feest, het feest van de lente, van een nieuw begin, vanuit de winter, de donkerte, opnieuw de weg gaan naar het licht.
Het is ook bijzonder dat Pasen niet wordt gevierd op een vaste dag zoals Kerstmis maar dat het verbonden is met de natuur: Pasen wordt gevierd op de eerste zondag na de eerste volle maan van de lente.
Voor mij is Pasen naast een natuurfeest en een lentefeest ook een religieus feest. In de christelijke traditie vieren we vandaag de verrijzenis. We herdenken dat het sterven van Jezus niet het einde is, dat met de dood de mens niet verdwijnt maar dat integendeel zijn essentie in het licht komt te staan.
Het is een herkenbaar verhaal. Ik maakte het deze week mee: mijn lievelingstante is gestorven en werd eergisteren, op goede vrijdag, begraven. Ook nu, en dat ervaar na ieder sterven van mensen die ik goed heb gekend, werd wat ze betekend heeft voor mij en voor veel mensen zo duidelijk. Omdat we niet meer bezig moeten zijn met de aardse beslommeringen en de emoties die dat met zich meebrengt, kunnen we de essentie van een mens zien.
Bij het sterven van Jezus was het ook zo. Door zijn sterven werd zijn betekenis pas echt duidelijk. Hij was de verpersonlijking van de liefde. Nu was het aan de leerlingen om die essentie in zichzelf te laten groeien.
Het was Maria Magdalena die als eerste begreep dat ze Jezus niet moesten zoeken in het graf maar wel in hun hart. Dat hij daar leefde, in de onvoorwaardelijke liefde die goed en kwaad overstijgt.
Met de taal van nu kunnen we zeggen dat Jezus thuis is gekomen in het eenheidsbewustzijn. Hij was klaar om zijn lot te dragen. Hij wist dat zijn uur was gekomen. Hij zou er zich niet tegen verzetten. Hij was in de loop van zijn leven zo gegroeid dat hij niet meer de speelbal of het slachtoffer was van goed en kwaad. Hij kon de Goddelijke essentie zien van iedereen, ook van de beulen die naast hem een kruisdood stierven.

Het is echter niet omdat je je essentie en de essentie van anderen en van het leven kan zien en aanvoelen dat er geen verdriet of twijfel meer zou zijn. Ook Jezus zei nog op het eind: ‘Vader, waarom heb je mij verlaten?’
Zolang we hier leven zijn verdriet en twijfel onlosmakelijk deel van ons leven. Telkens we een tegenslag meemaken, en dat kan een verlies zijn van een geliefd persoon maar evengoed een verlies aan verwachtingen, een verlangen dat niet wordt ingelost, of onmacht om het tij te keren…, kan verdriet, wanhoop of twijfel toeslaan. Maar hoe paradoxaal ook, hoe meer we deze gevoelens kunnen toelaten en doorleven, hoe meer we ervan bevrijd worden en we vreugde ervaren.
Maar omgekeerd ook, hoe meer vreugde we ervaren in het leven, hoe meer donkerte we kunnen toelaten. Het verdriet van Goede Vrijdag en de vreugde van Pasen zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.

Verdriet en vreugde ontstaan uit dezelfde bron. Als mens zijn we dragers zowel van vreugde als van verdriet. Daarom hou ik zo van het lied dat we nu gaan zingen. Het is een lied dat ik voor het eerst hoorde tijdens mijn retraite in Plum Village bij Thich Nhat Hanh.
De kracht van vele liederen van Plum Village ligt in de herkenbaarheid, in het ruimte geven zowel aan het mooie als aan het moeilijke. En dat is voor mij het volle leven, dat is de ware vreugde.

Call_me_by_my_true_names

15 jaar vieringen en cirkels

De start van de maandelijkse vieringen kende een hele voorgeschiedenis. Ik heb altijd gezocht naar plaatsen waar mensen samenkomen om het leven te vieren. Ik heb altijd gevoeld dat het goed is om tijd te nemen om je af en toe los te maken van de dagelijkse beslommeringen, om binnen te treden in een dimensie die je overstijgt; op zoek naar een soort tussentijd met een andere kwaliteit dan de gewone tijd, alsof de tijd even wordt stilgelegd en je naar binnen kan gaan.
Als kind waren er de wekelijkse missen in de parochie. Later ging ik bewust op zoek naar vieringen die pasten bij mijn levensverhaal en mijn persoonlijke groei. Er waren de vieringen in de parochie van Gent Sint-Pieters op het Sint-Pietersplein (een mooie kerk ook). Ik werd er catechiste.
Nadien waren er de ‘Zondagsvieringen’ bij de paters Dominicanen in het KUC (studentenparochie). Ik werd er ‘voorganger’. Het was bijzonder hoe we daar als leek en als vrouw een gelijkwaardige plaats konden innemen. De samenzang tijdens de vieringen met liederen, vooral van Huub Oosterhuis, raakte mij. In die periode verdiepte ik me in de bijbelverhalen. Ik was gedreven om ze te toetsen aan mijn leven. Ik was op zoek naar een geloof dat niet vreemd is of buiten ons ligt, maar waar ik me kon in herkennen, dat mijn horizon verruimde en me deed ontwikkelen. Ik heb de kracht van de bijbelverhalen leren kennen. Ik zag hoe universeel ze zijn. Hoe ze een boodschap van liefde en vertrouwen inhouden. Het zijn verhalen van heling.
Nog later kwam ik in De Harp. De vieringen daar waren gemoedelijk en warm. Mij viel daar de acceptatie van het leven op. Het leven, dat zowel het goede als het kwade inhield. En zowel de kracht en de mogelijkheden, als de kwetsbaarheid en de beperkingen insloot. Dat voelde als het ‘volle leven’. Mijn hart kwam tot bloei.

Toen La Verna ontstond was het voor mij dan ook vanzelfsprekend dat er elke maand een viering zou zijn. Immers met mensen samenkomen om het leven zoals het is, zoals het zich aan ons voordoet, te vieren, vond en vind ik nog steeds belangrijk en geeft me energie. Een getuigenis, de stilte, de muziek, het samen zingen, de dans, het delen van mensen,… het zijn bronnen die ons innerljk kunnen voeden. Het samenspel van dit alles ervaar ik als een rijkdom. Het is alsof er een veld van verbondenheid wordt gecreëerd waardoor we ons gedragen voelen.

Tijdens de voorbije 15 jaar hebben we onze evolutie gekend. In het begin waren er rituelen die aansloten bij de rituelen van kerk. Rituelen zijn belangrijk. De betekenis moet echter worden geactualiseerd. Anders worden ze steriel. Zo deelden we brood en wijn. Brood was symbool voor materie, voor de basis die we nodig hebben om te kunnen leven. Door het delen van het brood drukten we de wens uit dat iedereen, elke mens, recht heeft op een menswaardig, op een fatsoenlijk leven. Wijn was symbool voor de werking van de geest, voor de inspiratie die we nodig heb-ben en die we met elkaar delen. Want een mens leeft niet van brood alleen, we hebben ook geestelijk voedsel nodig. We vonden het een zinvol ritueel.
Toch hebben we het na een aantal jaren losgelaten omdat het voor een aantal mensen weerstand opriep: het deed hen te veel denken aan de kerk. Zij zagen hierin een loyauteit aan de kerk. We vonden het belangrijk om rekening te houden met de weerstand. Onze evolutie, en de daarbijhorende vormen, kan niet los worden gezien van de evolutie van de samenleving. En we komen als samenleving steeds losser te staan van de kerk die met zijn standpunten en met zijn structuur ver staat van wat nu als bevrijdend wordt ervaren.

Voor vele mensen wordt het christelijk geloof, de uitleg of de interpretatie die de kerk eraan geeft, en het instituut als een geheel gezien.
Ik persoonlijk zie dit als verschillende dingen. Ik voel me opgenomen in de christelijke traditie in de zin dat het openen van het hart, waar Jezus symbool voor staat, in deze tijd aan de orde is. De punten die de kerk naar voor schuift als eigen aan het geloof (Jezus als zoon van God, de maagdelijkheid van Maria, het geloof in de verrijzenis …) zijn voor mij achterhaald en moeten worden geherinterpreteerd. En met het instituut, en de daarbij horende hiërarchie en macht, kan ik mij zeker niet identificeren.

De verschuiving zagen we ook op nog een andere manier gebeuren. Tijdens de eerste jaren van de vieringen werd het persoonlijke verhaal nog vaak getoetst aan een verhaal uit het evangelie. Geleidelijkaan zagen we dit verminderen. Vele mensen kennen de verhalen niet meer en voelen ook geen interesse om ze dieper te verstaan, laat staan ernaar te verwijzen.

Soms vind ik het jammer dat ons ‘religieuze erfgoed’ verloren gaat. Een cultuur van gedeelde spirituele verhalen heeft waarde en draagt bij aan een spirituele maatschappelijke onderbouw. Het helpt om wakker te blijven en niet te verzanden in ‘ieder voor zich’ en in ‘het recht van de sterkste’. Oog hebben voor de kwetsbare mens en voor het kwetsbare is iets dat je in veel bijbelverhalen terug vindt. En dat voedt mens en samenleving. En nodigt uit tot solidariteit.

Ikzelf ben nog drager van een spirituele bagage. Ik ben opgegroeid met de verhalen uit de bijbel. Ze zitten nog in mijn DNA. Als ik bv. denk aan deze periode van Pasen dan is deze onlosmakelijk verbonden met de goede week en de betekenis ervan. Op witte donderdag worden we eraan herinnerd dat dienstbaarheid de uiteindelijke bestemming is: ‘Ik ben niet gekomen om gediend te worden, maar om te dienen’. Op goede vrijdag herdenken we het lijden en de dood, die onlosmakelijk met het leven verbonden zijn. Stille zaterdag is de dag van wachten en niet weten. Ook dat heeft waarde: een periode van niet-weten is vaak de basis voor transformatie van de rede naar het hart. En dan is er Pasen: de vreugde van het opstaan, van leven, van de liefde die sterker is dan de dood. De dood als passage, als bevrijding en overgang naar verder leven.
Ik luister tijdens die dagen ook graag naar de muziek die deze gevoelens, deze passies uitdrukt. Al die verhalen vertolken universele gevoelens.
Smijten we het kind met het badwater niet te veel weg? Ik weet het niet. We groeien minder of niet meer op met die universele verhalen. Is dit een gemis?

Misschien is het goed om de kracht van een getuigenis niet langer te koppelen aan een overstijgend groter verhaal. De kracht zit in het verhaal zelf. De getuigenissen die we in de voorbije jaren hebben gehoord zijn sterk. Moeten we die verhalen nog wel toetsen aan een groot spiritueel verhaal? Zijn we in deze tijd niet toe aan een meer rechtstreekse ervaring van het overstijgende, dat je God, of het ene, of het Ware, of Liefde… kan noemen? Spiritualiteit heeft met het volle leven te maken. En leven in volheid heeft alles te maken met durven in de ervaring te gaan. En vandaaruit leren en groeien.

En zo kom ik weer bij de link met de bijbelverhalen. Ook deze zijn verhalen van ervaring, van ontmoeting van mens tot mens. Jezus liet zich raken, en dit geraakt zijn stond boven elke regel, elke wet. God of De Vader of het Ene was voor hem meer en groter dan elk theologisch inzicht.
Ikzelf ervaar het als een rijkdom om een gebeuren van het heden te koppelen aan een sacraal verhaal uit de spirituele traditie. Het plaatst ons in een geschiedenis van mensen die zoeken naar rechtvaardigheid, over alle eeuwen heen. Zo voel ik mij als mens een deeltje van de keten in het verlangen om telkens opnieuw op te staan en op te komen tegen onrecht en verdrukking. Het helpt om erop te vertrouwen dat de liefdeskracht, en het goede dat daaruit ontstaat, altijd opnieuw zoekt om te ‘leven’. Het opgenomen zijn in de geschiedenis van mensen onderweg geeft kracht en nodigt uit tot bescheidenheid.

Twee jaar geleden veranderden we de naam viering in cirkel van verbondenheid. Ik blijf het woord viering heel mooi vinden, maar ook hier botsten we op het gegeven dat sommige mensen bij dit woord denken aan eucharistieviering. Daarenboven is de benaming van ‘cirkel van verbondenheid’ heel mooi. We zitten hier in een cirkel. In een cirkel is iedereen gelijkwaardig. Er is geen voorganger meer, wel nog iemand die een getuigenis brengt. Die komt uit de kring. We richten ons met ons allen naar het midden dat leeg is en enkel symbolisch wordt voorgesteld door het licht, door bloemen… Elk van ons heeft een evenwaardige plaats. Ieders aanwezigheid zorgt voor de gezamenlijke energie.

Voor mij ligt de kracht van de vieringen in de eerlijkheid. In de getuigenissen krijgen zowel het mooie als het moeilijke hun plaats. Zowel het licht als de schaduw, de kracht en de kwetsbaarheid, mogen er zijn. Voor mij gaat het vooral om te leren aanwezig te zijn in het NU, om je te verbinden met wat is, zowel in jezelf, als in de ander, als in de wereld. En tot acceptatie en overgave te komen. We ervaren de kracht van de paradox: als je toelaat wat is en tot echte acceptatie en overgave kan overgaan, dan verandert er iets van binnen. Dan groei je. Als je je daarentegen verzet kan er moeilijk heling komen.
Deze vieringen openen ook onze geest. Het verhaal en de weg van de ander verruimt ons en opent ons hart. We krijgen de kans ons in te leven in de ander. Die geestesveruiming en het openen van je hart zorgen ervoor dat we in een bijzondere dimensie komen, alsof we meer verbinding krijgen met een natuurlijke flow die ons helpt om meer vrede te krijgen.

De energie die we hier met ons allen samen opbouwen geeft mij een diepe vreugde, vaak meer dan dat een feest, een concert of een optreden, waar je soms veel moet voor betalen, mij geeft. De kracht die ik hier ontvang helpt om mij toe te wijden. Daarom wil ik deze getuigenis graag kracht bijzetten door het lied ‘Ik neem het aan’ van Iria Schären.
Het leven verloopt niet altijd zoals we dachten of zoals we willen. Ook de geschiedenis van deze vieringen, cirkels is gelopen zoals ze gelopen is, organisch, vanuit ons allen samen.

Ich nehme es an
So wie es ist, nehme ich es an
Und lasse los, was ich gedacht
wie es sein sollte, und was ich wolte

Ik neem het aan
Zoals het komt neem ik het aan
En ik laat los, wat ik bedacht
hoe ik zou willen wat het zou worden