Nog in een periode waarin veel voor mij niet duidelijk is, waarin ik nog niet echt vaste grond onder mijn voeten voel, vraagt Trees Thoen mij iets over mezelf te schrijven voor in ’t boekje van La Verna.
Ik aarzel efkes, want werk heb ik momenteel genoeg nu ik nog ons ma en haar leven en haar werken en zijn aan het afronden en opruimen en doorleven ben… en toch zeg ik ja.
Ik weet dat ik wat tijd krijg om de woorden op papier te zetten, en langzaamaan komt er meer en meer de gedachte bij mij op, als ik dan toch over mezelf moet denken: ik ben in het begin van mijn derde levensfase gekomen!!
Nooit had ik gedacht dat mijn tweede fase zo zou eindigen, want ‘onze scheiding’ na 27 jaar huwelijk is mij overkomen en zit ook… hangt nog steeds in mijn kleren…
Het is een feit. Ik moest anderhalf jaar terug afronden en vaarwel zeggen en loslaten, al diegenen die ik echt lief heb gehad: Etienne mijn echtgenoot, mijn schoonfamilie, al die mensen in Lochristi waar ik me mee verbonden heb en me ook mee verbonden heb gevoeld, en onze kinderen…! Niet zij gingen het huis uit, wel ik… omdat in Lochristi blijven voor mij te pijnlijk was. Dit zou voor mij een voortdurend kerven geweest zijn in een wonde die er ‘opeens’ was en waaraan ik geen verklaring kon geven. En… wie wordt er beter van als ik daar mijn verhaal doe en wat maken mensen ervan???
Al die voorbije tijd ben ik vooral huismoeder geweest. Daarvoor, voor dàt, had ik ook bewust (misschien ook wel onbewust) gekozen, want kort na mekaar kregen wij vier kinderen en Etienne was zo dikwijls niet thuis voor zijn werk. Eén van onze kindjes is ook gestorven aan wiegendood: ons Leentje, toen ze vier en een halve maand was.
Ik heb ‘mijn beroep’ = ‘huismoeder’ (zo liet ik het ook op mijn paspoort zetten) steeds met hart en ziel, en graag, en ik durf zeggen verantwoord bewust ingevuld. Als men me vroeg of ik werkte, dan zei ik: “Ja, van zeven uur ’s morgens tot halftien ’s avonds.”
Ik heb van niets spijt van wat voorbij is (behalve van onze scheiding) en ik zou alles weer op dezelfde manier doen. (De tijden zijn wel altijd anders en steeds ook veranderend.)
En langzaamaan, sinds een paar maanden, komt er bij mij steeds meer en meer de gedachte en de vaststelling tot leven: ik ben eigenlijk niemand kwijt; alleen de vorm, ‘de vorm van alles’ is anders geworden!
En mijn derde fase was toen nog net niet begonnen, toen ik ‘per toeval’ – maar toeval bestaat niet, dat weet en geloof ik intussen al lange tijd – Kristin Vanschoubroek ontmoette. Het viel mij dus toe, ook dat was ‘een speciaal verhaal’. Ze nodigde me uit voor de zomerweek met La Verna; we waren augustus 2007.
Ik ontmoette daar nog mensen die op dat moment ‘weinig grond onder hun voeten voelden’. Allen waren ze ook ‘zoekende naar een zin van alles’ en wilden ze ‘op een eerlijke manier met zichzelf en hun omgeving omgaan’ en ‘een weg vinden in hun leven’.
Ik kreeg daar toen… neen… eigenlijk is het… ik vond daar toen… nog beter… ik werd daar op weg gezet toen, op dat moeilijke kruispunt van mijn levenspad… in een goede richting, die misschien wel voor mij de juiste richting is.
Kristin en Peter, door hun zijn en hun bekwaamheid (er ook niet zomaar gekomen wellicht) en de gehele groep boorden het diepste van mijn zijn aan; een ‘snaar in mijn ziel’ werd weer ‘aangetikt’, wellicht ook doordat ‘onze energieën goed samenvielen’.
Daarna had ik een poos ‘tijd’… in tijden dat mensen geen tijd meer hebben! Niemand die op mij wachtte (nooit eerder had ik dat gevoel gehad). Ik kon dus doen met ‘mijn tijd’ wat ik wou…
Enkel de gedachte ‘één dag tegelijk’ en dat wat ik bij en door de boeddhisten had leren praktiseren ‘in het nu-moment leven’ was mijn leidraad.
Begin dit jaar, het nieuwe jaar 2008, vroeg Kristin mij of ik wou meehelpen bij de verzending van het tijdschrift. Zonder aarzelen heb ik ja gezegd.
“Als dingen mekaar moeten vinden, dan raken ze elkaar wel en vinden ze mekaar ook… op het juiste moment… Voor alles is er trouwens een tijd… en alles komt op zijn tijd.”
Het is soms raar hoe een dubbeltje rollen kan!
Het tijdschrift van La Verna gaat door vele handen eer het bij jou in de bus valt. Nu valt het jou toe! Ik ben dankbaar dat ik daaraan een klein beetje kan
Marijke Vanryckeghem
Januari 2009
Geef een reactie